Inleiding: geen vierkante dozen meer
Zoals gebruikelijk laten fabrikanten van over de hele wereld hun behuizingen zien op de Computex-beurs in Taipei. Voor veel bedrijven is dat een thuiswedstrijd, omdat een groot deel van de fabrikanten in Taiwan is gevestigd.
Tijdens deze editie van de Computex zien we een aantal trends, waaronder veel open-loop-waterkoeling, casemodding en rgb-verlichting in alles wat verlicht kan worden, van voedingen, toetsenborden en muizen tot vanzelfsprekend ventilators en behuizingen. Die laatste categorie bekijken we in deze preview wat nader en we gaan in vogelvlucht langs enkele nieuwe en opmerkelijke behuizingen die we op de beursvloer tegenkwamen.
Het lijkt er vooral op dat fabrikanten proberen afwijkende behuizingen te bouwen: een rechthoekige doos lijkt een beetje passé. Daarbij bekijken we uiteraard het aanbod van bekende bedrijven als Silverstone, Lian Li, BitFenix en In Win, maar nemen we ook de minder bekende behuizingen mee. Andere grote namen, als NZXT en Fractal Design, zijn we niet tegengekomen en Corsair had geen nieuwe behuizingen, terwijl we CoolerMaster met zijn MasterCases in een apart verhaal behandelen.

Aerocool: oude en nieuwe projecten
Aerocool liet op de Computex uiteraard vol trots zijn doe-het-zelfpakket voor behuizingen, de Dream Box zien, waarover hieronder meer. De Dream Box is alleen niet echt nieuw, maar gelukkig bleek er aan de andere kant van de stand nog een rijtje behuizingen te staan die we niet meteen herkenden. 'Project 7' is de naam van de nieuwe Aerocool-behuizingen, die in verschillende smaken te krijgen zijn.
/i/2001107159.jpeg?f=imagenormal)
De behuizingen kunnen een atx-moederbord herbergen, en verstoppen de voeding en eventuele harde schijven netjes in de 'tunnel', onder in de behuizing. De ruimte die binnen in de behuizing overblijft, kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld lange videokaarten of een reservoir voor de koelvloeistof. Aan de bovenkant en voorkant van de behuizing is ruimte voor ventilators, terwijl ook aan de achterkant een enkele ventilator geplaatst kan worden.
Opvallend is de aanwezigheid van een sd- en micro-sd-lezer naast de front-usb-aansluitingen. Daar bevindt zich ook de bediening om de leds mee in- en uit te schakelen. De P7-C1 zal in verschillende uitvoeringen verschijnen, met een volledig glazen, een gedeeltelijk glazen en een gesloten zijpaneel.
We moeten ook nog even de Dream Box noemen, een kitje dat al een tijdje te koop is, maar misschien niet bij iedereen bekend. De Dream Box valt op doordat het eigenlijk geen behuizing is, maar meer een soort verzameling onderdelen waarmee je je eigen 'droombehuizing' kunt bouwen, volledig vrij van restricties dus. Een doos vol pijpjes, verbindingsstuken, hoekstukken en beugels waarmee je een behuizing als een hond, helicopter of zelfs brug kunt bouwen.
Be quiet toont modulaire behuizing
Ook be quiet toonde uiteraard zijn nieuwste behuizing: de Dark Base 900. Het is een behuizing die enige uitleg behoeft, want het is niet de toegankelijkste kast, zo waarschuwt het bedrijf. Natuurlijk kun je de behuizing zo uit de doos gebruiken, maar dan doe je de SB900 te kort.
De Dark Base 900 is namelijk modulair uitgevoerd, zodat je desgewenst alle interne onderdelen eruit kunt halen en met een kaal frame kunt beginnen. Dat geeft veel opties voor je eigen custom build. Zo kun je de moederbordtray monteren waar je wilt. De tray is overigens met rubberen doppen geïsoleerd van de rest van de behuizing om de overdracht van geluidstrillingen te beperken. Heb je het liefst de traditionele plek voor je moederbord? Prima, maar je kunt het ook negentig graden draaien of aan de linkerkant monteren in plaats van rechts. En als je aan de bovenkant een dikke radiator wil monteren, kun je de moederbordplaat, integraal met uitbreidingsslots en i/o-paneel, een stuk laten zakken of helemaal op de bodem monteren.
De modulaire moederbordtray en het rek met drivebays
Op dezelfde manier kun je de drivecages overal monteren; ze zijn per stuk uitgevoerd, dus je kunt naar hartelust variëren. De voeding kun je staand, liggend, boven, onder of op welke plaats dan ook vastschroeven en hetzelfde geldt natuurlijk voor je koeling. Standaard kun je aan de voorkant radiators tot 420mm monteren en bovenin is ruimte voor 360mm-versies. Dat is natuurlijk uitwisselbaar met 280mm- of kleinere radiators, en ook de pompen en reservoirs voor custom waterkoelsetjes kun je kwijt waar je dat mooi lijkt.
Al die veelzijdigheid is overigens niet goedkoop. De SB 900 kost ongeveer tweehonderd euro en voor de Pro-versie betaal je ongeveer 240 euro. Voor dat geld krijg je niet alleen een unieke behuizing, maar er worden ook drie door pwm bestuurde 140mm-ventilators meegeleverd bij beide versies en er is een fancontroller. De Pro-versie heeft bovendien een Qi-lader boven op de behuizing ingebouwd, zodat je je telefoon draadloos kunt laden.
BitFenix: vier nieuwe opties
BitFenix heeft op zijn stands vier nieuwe prototypes laten zien, nog niet helemaal af en zeker nog niet met de juiste tooling gemaakt, maar handgemaakte modellen. Dat neemt niet weg dat er een of twee erg interessante behuizingen tussen zitten, waarbij vooral de kleinste een lekker afwijkend ontwerp heeft.
We beginnen met die kleine: de Pillow. Zet er 'case' achter, en je hebt een leuke woordspeling en een beschrijving van het uiterlijk. De Pillow is dus een klein doosje met afgeronde hoeken en randen. Hij staat op een metalen buizenframe, zodat hij een beetje zweeft. Je kunt het hele interieur uit de behuizing schuiven, zodat je alle componenten kunt inbouwen. Er is plaats voor mitx-borden, videokaarten tot 320mm, twee 3,5"-drives, waarvan één hotswappable via de voorkant, en twee ssd's. De voeding is beperkt tot sfx-voedingen en aan de voor- en achterkant is plaats voor een 120mm-ventilator of radiator.
De buitenkant is geheel van aluminium gemaakt en de frontpanelconnectors bestaan uit twee usb 3.0- en twee audiopoorten. Hoe die en de powerswitches aangesloten worden, is nog niet bekend; met het naar binnen schuiven van het systeem zouden kabels immers klem komen te zitten. BitFenix-technici hadden nog geen antwoord op dit eventuele probleem. Prijs en introductiedatum worden bepaald als de behuizing klaar is. Overigens zou er ook een versie met een glazen of plexi venster uitgebracht worden, maar die hebben we op de stand niet gezien.
De drie andere behuizingen hebben iets bekendere vormgevingen. De Trident, zo genoemd vanwege de twee sleuven over de voor- en bovenkant van de behuizing die hem in drieën delen, is bedoeld voor systemen die flinke koeling behoeven. De sleuven zijn dan ook van roosters voorzien, net als de randen om de voorkant. De zijpanelen zijn gemaakt van getemperd glas en er passen 360mm-radiators voorin en 280mm-exemplaren bovenin. Cpu-koelers mogen 170mm hoog zijn en videokaarten 380mm lang. Verder tellen we vier 3,5"- en drie 2,5"-drivebays.
De Aurora, zo genoemd vanwege zijn rgb-ledverlichting en ondersteuning voor Asus' Aura, is een maatje smaller dan de Trident en geschikt voor eatx-borden, 160mm-koelers, 400mm-videokaarten en vier 3,5"- en drie 2,5"-drives. Ook deze behuizing is voorzien van glazen zijpanelen en 'elegante, aluminium, vrouwelijke vormen' voor het front en de bovenkant.
De Cape ten slotte is net als de Aurora een maatje smaller dan de Trident, maar krijgt wellicht toch nog hetzelfde chassis om koelers hoger dan 160mm te huisvesten. Deze behuizing heeft een tunnel van aluminium aan de bovenkant en een afgerond aluminium frontje. De zijpanelen zijn weer van glas en deze behuizing blinkt uit in zijn opslagcapaciteit; er passen zeven 3,5"-drives en vijf extra 2,5"-drives in. De ssd-drivecages zijn desgewenst voorzien van rgb-verlichting.
EVGA: geen kleintje meer
EVGA toonde tijdens de Computex natuurlijk zijn GTX 1080-videokaarten in Superclocked, FTW, Classified en Hybrid-uitvoeringen, maar die waren voor de beurs begon al aangekondigd. De grote introductie tijdens de beurs was dan ook geen videokaart, maar een behuizing: de DG-87.
/i/2001104411.jpeg?f=imagenormal)
EVGA had tot nu toe met een aantal compacte kastjes wat voorzichtige stapjes gezet in de wereld van de computerbehuizingen, maar van voorzichtigheid is met de DG-87 geen sprake meer. De behuizing is niet alleen groot, maar geeft ook zijn eigen draai aan de standaardlay-out van behuizingen.
De medewerker van EVGA noemde de kant met het venster dan ook steevast de voorkant van de behuizing. Aan die kant bevindt zich, onder het venster, een paneel dat van spiegelend kunststof gemaakt is. Daarin bevindt zich een ledschermpje, waarmee de temperatuur uitgelezen kan worden, maar ook de snelheid van de inlaat- en uitlaatventilators kan worden ingesteld. Ook de usb-aansluitingen, die je normaal aan de korte kant van de kast verwacht, zitten hier, en opvallend is de hdmi-aansluiting, waarmee je een beeldscherm of televisie kunt aansluiten.
De gewone aansluitingen op het moederbord kunnen ook gewoon gebruikt worden, maar die worden aan het oog onttrokken door een deurtje, waarin twee ventilators met stoffilters zijn gemonteerd. Aan de andere kant van de behuizing, de kant die je normaal gesproken de voorkant zou noemen, heeft EVGA ook twee ventilators gemonteerd en daarmee gaat de airflow op 'klassieke' wijze van rechts naar links. Daarbij kan de koellucht over de harde schijven geleid worden. Die harde schijven passen onder in de behuizing, naast de voeding, die weer met een klepje aan het zicht te onttrekken is.
Wie niet veel schijven gebruikt, kan zijn opslag kwijt achter de moederbordtray, waar ook ruimte is voor zowel 2,5"- als 3,5"-schijven. Hoewel EVGA zelf slechts een videokaart en een ssd heeft ingebouwd, is de behuizing bij uitstek geschikt voor mensen die veel hardware kwijt moeten. De behuizing moet deze zomer beschikbaar komen voor 249 euro, al geldt er een gereduceerde prijs van 189 euro voor pre-orders.
In Win: dertig jaar feest
Ter gelegenheid van zijn dertigjarige bestaan heeft In Win al diverse feestmodellen op de markt gebracht. Zo hebben we onlangs de 303 gereviewd. Op zijn Computex-booth toonde het bedrijf nog enkele Anniversary-behuizingen, hoewel we bij een daarvan nauwelijks van een behuizing kunnen spreken.
De X-Frame 2.0 is namelijk meer een testbench dan een behuizing, maar wel een met, letterlijk, een twist. De testbench kan namelijk draaien op zijn kruisvormige voet, zodat je overal goed bijkunt. Daarbij moet opgemerkt worden dat het een flinke jongen is, met ruimte voor grote moederborden en een voeding ernaast, en aan de andere kant plaats voor radiators. Flinke beugels vormen daarbij de montagepunten en omheining van de behuizing. Ook in de diepte is hij uit de kluiten gewassen, want ook de drives worden er niet onder, maar voor gemonteerd. De X-Frame heeft nog een trucje; je kunt hem ook rechtop zetten. De standaard kan ook aan de achterkant, die dan onderkant wordt, gemonteerd worden. Dat gebeurt met quick-release-knoppen, waarmee het gevaarte losgekoppeld kan worden.
Een stuk normaler is de nieuwe versie van de D-Frame, ook aangekomen bij 2.0, die het concept van een motorfietsframe moet vertegenwoordigen. Dat betekent dat er kwistig gebruikgemaakt is van dikke stalen buizen, hier en daar wat aluminium en om de behuizing ietwat af te dichten, glasplaten van getemperd glas. Er is ruimte voor vier drives, eatx-moederborden en volop waterkoeling. In Win levert een speciale voeding, de SIII-1065W Internal mee, die aan de zijkant voorzien is van een plexivenster: vrij uniek in de psu-wereld. Uiteraard zorgt verlichting ervoor dat iedereen dat kan zien en met een schakelaartje kan de voeding na het uitschakelen nog een paar seconden tot een paar minuten blijven draaien om af te koelen.
Ook de laatste Anniversary-behuizing, de 2.0-versie van het H-Frame, wordt met voeding geleverd. Deze behuizing wordt gekenmerkt door grote ribben van aluminium, die de voor- en bovenkant vormen. Daarvan zijn er in totaal zeven, waarvan de buitenste twee door ledstrips worden afgedekt en verlicht. De zijpanelen worden door glazen panelen gevormd en de frontpanelconnectors zitten aan de rechterkant, naast de laatste rib.
Lian Li: high-end versus budget
Lian Li, vooral bekend van de aluminium behuizingen, toonde natuurlijk zijn eerder aangekondigde bureaus, maar in de luxe lijn van pc-behuizingen, de O-serie, introduceerde het bedrijf zijn PC-O10, een vrij compacte behuizing van getemperd glas en aluminium. De ruimte is in twee compartimenten verdeeld, waarbij de ruimte voor de voeding en schijven beperkt is en alleen sfx-voedingen huisvest. Ook is er ruimte voor vier 3,5"-drives en twee 2,5"-ssd's. In het grote compartiment is ruimte voor een atx-moederbord en grote videokaarten. Ook kun je waterkoeling met losse reservoirs inbouwen. Daarmee is de O10 een aparte combinatie van grote moederborden en videokaarten, maar een kleine voeding.
Terwijl de PC-O10 een typische luxe Lian Li-behuizing, met ongetwijfeld dito prijs, is, heeft het bedrijf ook een gooi naar budgetbehuizingen gedaan met de Ebonsteel-serie. Dat zijn stalen behuizingen in vooralsnog vier varianten. De PC-K5X, of de K5WX-variant met een plexivenster in het zijpaneel, is een atx-behuizing met ruimte voor vier drives. Als je de helft van de drivecages weghaalt, kun je er 400mm-videokaarten in stoppen en de koeler mag 160mm hoog zijn. De gewone versie moet ongeveer 80 dollar gaan kosten.
De PC-K5WX (boven) en PC-K6SX
De iets grotere PC-K6X of K6SX, waarbij de S-versie geluidsisolatie van licht foam toevoegt, is ook geschikt voor atx-borden, maar kan met de drivecage voor zeven drives 310mm-videokaarten kwijt. De processorkoeler mag 170mm hoog zijn. De reguliere versie moet ongeveer 120 dollar gaan kosten, terwijl de stille versie, met deurtje in plaats van frontpanel, ongeveer twee tientjes meer gaat kosten.
Thermaltake: kleiner en gigantisch
Thermaltake heeft een populaire behuizing die net iets te groot is voor veel doeleinden, zoals op een bureau zetten, namelijk de Core P5. Deze open behuizing met alleen een getemperd glazen linkerzijpaneel, vier grote afstandshouders, en een plaat voor het moederbord en de overige componenten, is nu ook in een kleinere variant verkrijgbaar: de Core P3.
Net als haar grote zus bestaat de behuizing uit een zijwand voor alle componenten, waarbij de voeding in een bracket bevestigd wordt en niet, zoals bij de P5, tegen de wand gemonteerd kan worden, omdat er minder ruimte beschikbaar is. Er passen drie 3,5"- en twee 2,5"-drives in het chassis, en er is ook plaats voor waterkoeling, waarbij zowel complete setjes als losse compontenten mogelijk zijn. Aan de voorkant vind je vier usb-poorten waarvan twee usb 3.0-poorten, powerbuttons en audiopoorten.
Waar de P3 kleiner gemaakt is, is de Core X9 juist enorm. De behuizing is het resultaat van samenwerking met een Franse casemodder, Mathieu Heredia, maar met hier en daar wat aanpassingen en concessies voor massaproductie. Zo is de behuizing niet open, zoals het origineel dat The Tower heette, maar van plexivensters voorzien. Je kijkt tegen het moederbord, plat op de achterwand, aan en het i/o-paneel is naar boven gericht. Alle kabels zitten achter de achterwand en centraal aan de voorkant vind je drivebays. Achter het moederbord is volop ruimte voor koeling door middel van radiators voor waterkoeling en daar wordt ook de voeding gemonteerd. De behuizing is een kleine meter hoog en zeker vijftig centimeter breed en diep.
Silverstone: een minikast voor een videokaart
Bij Silverstone kwamen we weinig nieuwe computerbehuizingen tegen, maar wel een compacte behuizing met enkel een videokaart erin. De behuizing heeft een thunderbolt 3-ingang, zodat je met compatibele laptops of desktops kunt verbinden en zo de externe videokaart kunt gebruiken om te gamen. Dat heeft het bedrijf al eerder laten zien, maar dit keer is de behuizing geschikt voor de nieuwste videokaarten. In het demomodel troffen we een GTX 970 aan die werd gevoed door een 450W-sfx-voeding, uiteraard van Silverstone zelf.
De vooralsnog naamloze toren moet in het vierde kwartaal van dit jaar op de markt komen en gaat dan 399 dollar kosten. De voeding wordt dan uiteraard meegeleverd, maar het blijft prijzig, ook al is de behuizing van dik aluminium gemaakt.