Quizvraag: hoe lang denk je dat de Nederlandse overheid al bezig is met NL-Alert, haar mobiele alarmsysteem? Terwijl je hier rustig over nadenkt, kunnen wij alvast uitleggen dat, hoewel de overheid nog geregeld tests uitvoert, het systeem wel degelijk al werkt. Er zijn noodsituaties geweest waarin NL-Alert is ingezet en vaak met succes.
NL-Alert is een uitgebreidere versie van het aloude luchtalarm, die torens met drie lolly's boven op elkaar. Als een dergelijk luchtalarm afgaat, weet je niet wat er is en wat je moet doen. Moet je naar binnen en ramen en deuren dicht doen? Hard wegrennen? NL-Alert heeft dat probleem niet, omdat het bericht een inhoud heeft en mensen in de buurt dus gelijk kunnen weten waarom er alarm wordt geslagen.
Hoewel NL-Alert prima kan werken in noodsituaties, zijn de constant falende tests van de afgelopen jaren, waarbij mensen om onduidelijke redenen het bericht niet kregen, problematisch. Als er een alarm is, is het belangrijk dat iedereen die het zou moeten ontvangen, het ook ontvangt. Wie alleen thuis is, moet het ook kunnen zien. Je kunt er niet op vertrouwen dat iedereen elkaar inlicht en dat zo iedereen wordt bereikt.
Daarover gesproken: NL-Alert gaat uit van een belangrijke veronderstelling, namelijk dat iedereen altijd een mobieltje bij zich heeft. Dat is niet zo en dat probleem is lastiger op te lossen. Om hoeveel mensen het precies gaat, weet niemand, maar uiteraard is het een issue.
Inmiddels zijn er dus nog steeds hobbels te nemen en dat terwijl NL-Alert allesbehalve nieuw is. Sterker nog, de overheid is er al meer dan zeven jaar mee bezig, sinds augustus 2008.
De technologie: een eigen kanaal
NL-Alert is niet hetzelfde als sms, maar het lijkt er wel een beetje op. De standaard die de overheid gebruikt voor NL Alert heet sms cell broadcast, ook wel afgekort als sms-cb of smscb. Deze technologie is niet nieuw. Sterker nog, hij bestaat al bijna even lang als er 2g-netwerken in de lucht zijn.
De Groupe Speciale Mobile, de werkgroep waaraan 2g zijn afkorting gsm ontleent, stelde de standaard voor cell broadcast vast in 1996, in variant 3.41 van de gsm-standaard. Desondanks duurde het nog jaren voordat overheden gingen nadenken over het gebruik van cell broadcast voor een noodsignaal.
In Nederland horen we natuurlijk vooral over NL-Alert, waardoor het lijkt alsof de Nederlandse overheid deze technologie heeft ontwikkeld, getest en ingezet. Dat is maar ten dele waar. Hoewel Nederland wel een voorloper was en met geld van de Europese Commissie een project heeft opgezet om de haalbaarheid te schatten, was het altijd de bedoeling om er een Europees project van te maken. Daarom heeft Emtel, een Europese politeke organisatie die zich bezighoudt met alarmeringssystemen, het systeem EU-Alert gedoopt, waarna de diverse landen het zelf mochten implementeren, met als eerste twee letters de landaanduiding. Vandaar dat het in Nederland NL-Alert heet.
Demonstratie van Chorist, een Europees project dat overeenkomsten had met NL-Alert
Cell broadcast is een apart systeem op mobiele netwerken, dat bestaat naast de gewoonlijke kanalen voor bijvoorbeeld sms. Mocht je een vergelijking willen maken met de analoge wereld, dan is cell broadcast de 'vluchtstrook' van het mobiele netwerk, waar ander verkeer niet mag komen. Daarnaast werkt cell broadcast anders dan sms. Sms is vaak een-op-een-communicatie en in gevallen waarbij een centrale tegelijk veel sms'jes uitstuurt, gaat het altijd om nummers. De telefoonnummers van de ontvangers moeten bekend zijn en ze krijgen het sms'je ongeacht waar ze zijn.
Dat is uiteraard ongewenst bij een noodsignaal. Immers: als er brand uitbreekt op Terschelling, dan wil het gemeentebestuur niet alleen inwoners bereiken, maar ook toeristen die toevallig op het eiland zijn. Dat is precies waar cell broadcast voor is gemaakt: het bereiken van mensen in een bepaalde omgeving.
Het bericht komt automatisch op elke juist ingestelde telefoon die zich in het gebied bevindt. Daar hoeft een overheid dus verder niets aan te doen. Het kan bovendien een lang bericht zijn: een pagina kan maximaal 93 tekens bevatten, maar een bericht kan bestaan uit maximaal vijftien pagina's. Dat zijn dus bijna 1400 tekens om de noodsituatie te omschrijven.
Hoewel cell broadcast eerst alleen in de gsm-standaard zat, moest het natuurlijk ook snel werken op 3g en 4g. Dat heeft even geduurd. Om providers een stevig duwtje in de rug te geven, heeft de overheid verplicht dat cell broadcast werkt op alle netwerken die ze aanbieden, dus ook 4g. Die verplichting is ingegaan en afgelopen maanden hebben de providers een voor een aangekondigd dat ze NL-Alert in hun 4g-netwerken hebben ingebouwd.
Het nadeel van cell broadcast blijft op alle netwerken hetzelfde. De verzender heeft geen idee of het bericht ontvangen is. Er zijn dus geen statistieken over en providers kunnen die ook niet geven. De overheid achterhaalt al jaren via enquêtes hoeveel mensen de testberichten hebben ontvangen.
De problemen: zelf instellen
Het lijkt zo klaar als een klontje. Met een technologie die bijna twintig jaar geleden is vastgesteld zou het een eitje moeten zijn om NL-Alert probleemloos werkend te krijgen in Nederland, een land dat dankzij zijn vlakke landschap en hoge bevolkingsdichtheid bovendien mobiele netwerken heeft met een bereik van 99 procent.
Niets is minder waar. Al sinds het begin van de nationale tests met NL-Alert, tegelijk met de test voor het analoge alarmsysteem, de eerste maandag van de maand om twaalf uur 's middags, gaat het steevast mis. Mensen ontvangen berichten niet, veel later, veel te vaak of hun telefoon kan niets meer behalve het laten zien van de melding.
Het probleem zit bij de fabrikanten van smartphones. Sommige doen het keurig; zelfs nog voordat NL-Alert echt actief was, zette het toenmalige Sony Ericsson de app Burgeralarmen op smartphones. Microsoft doet het ook netjes; toestellen met Windows Phone 8.1 en hoger zijn automatisch ingesteld voor NL-Alert.
Apple heeft een waarschuwing in iOS 7 en 8 gezet. Wie bij de optie Noodmeldingen komt, ziet daar keurig onder staan dat de functie de 'batterijduur beïnvloedt'. De invloed van die melding is onbekend, maar wie de - hopelijk levensreddende - meldingen inschakelt, moet volgens Apple dus accepteren dat het toestel eerder leeg is.
Op Android is de situatie anders. Bij Samsung-toestellen zit de optie in de instellingen voor de Berichten-app. Geen wonder dat de overheid een instelhulp heeft gemaakt.
Update, 09:53: Samsung laat weten dat NL Alert inmiddels op alle Nederlandse toestellen standaard aan staat en gebruikers niets hoeven te doen om het in te stellen.
Cell broadcast is namelijk standaard ingebakken in Android, al een paar jaar. Onder het kopje 'Meer' van 'Draadloos en netwerken', zit de optie 'Noodwaarschuwingen'. Een kanaal invullen is dan niet nodig. De Instelhulp is typisch iets wat niet zou moeten bestaan. In een ideale wereld is elk toestel in de Nederlandse winkels standaard juist ingesteld voor NL-Alert.
Nu is NL-Alert nog een extraatje, maar dat duurt niet eeuwig. Eind vorig jaar besloot de toenmalige minister Ivo Opstelten dat de sirenes vanaf 2017 niet meer nodig zijn en NL-Alert dus het primaire middel is om alarm te slaan.
Dat maakt NL-Alert in de toekomst nog belangrijker dan het nu al is. Ten goede of ten kwade is het de bedoeling dat de overheid ons via onze telefoons alarmeert. Zolang fabrikanten van smartphones deze belangrijke functie niet standaard activeren, moeten we het instellen zelf doen.
Wat nu?
De test van maandag is de eerste waarbij iedereen in theorie de melding moet kunnen ontvangen, of je nu op 2g, 3g of 4g zit. Dat is een belangrijke stap voorwaarts. Daarmee is voor het eerst goed te zien hoe goed het systeem echt werkt.
De achilleshiel blijft zitten in de noodzaak NL-Alert zelf in te stellen. Hoe belangrijk het ontvangen van noodmeldingen ook is, niet iedereen zal eraan denken. Bovendien vermeldt Apple erbij dat het de accuduur kan verkorten. Het is niet bekend, maar je kunt vermoeden dat veel mensen liever een langere accuduur hebben dan een noodmelding.
De vraag is of dat erg is. Moet iedereen op zijn telefoon het bericht ontvangen of is het voldoende als een deel van de bevolking het krijgt? Dat zijn de sociale vragen die nog een antwoord moeten krijgen. De test van maandag is een volgende stap op weg naar het uitfaseren van het fysieke, hoorbare luchtalarm. Het is de vraag wanneer Nederland klaar is voor een alarm dat alleen binnenkomt op je telefoon en of dat zal zijn voordat de overheid de drie lolly's bovenop elkaar buiten gebruik stelt.