Wie alles op een rijtje zet, ziet dat Huawei met de P8 een meer dan aardig aantal vernieuwingen in huis heeft. De rgbw-sensor van de camera is bijvoorbeeld een leuke nieuwigheid en de camera maakt goede plaatjes. Daarnaast heeft Huawei met Cortex A53e een eigen aangepaste microarchitectuur voor zijn processor, heeft het met Signal+ en Wifi+ slimme functies voor bereik en internetsnelheid, en heeft het met Knuckle Sense, bediening met de knokkels, een vernuftige, zij het nog niet bijzonder nuttige functie.
Huawei kan het dus wel, zelf innovatief bezig zijn op het gebied van smartphones. Het is daarom spijtig dat het Apple op diverse punten zo schaamteloos kopieert. De designelementen zijn nog tot daar aan toe, maar de wijzigingen die Huawei aanbrengt aan Android om het op iOS te laten lijken zijn overbodig en maken de interface in het geheel niet beter.
Los daarvan is de P8 op veel punten een prima toestel, maar verre van perfect. Het heeft een goed afgewerkt ontwerp met een prima scherm, maar de accuduur laat bij intensief gebruik te wensen over. De software kent bovendien de nodige foutjes. Het is niet de snelste telefoon, maar de controle over het gedrag van apps in Emui is prettig voor gevorderde gebruikers. Dat Huawei updates niet altijd en veelal niet snel uitrolt, is wel een minpuntje van elke Huawei-telefoon.
Voor tussen de 450 en 500 euro krijg je een telefoon met midrange-prestaties en een high-end ontwerp met een prijs die daartussenin valt. Wie het beste van het beste zoekt, kan beter doorsparen en een toestel van een van de concurrenten nemen. Veel concurrenten hebben bovendien nog toestellen van vorig jaar in de schappen liggen die nog steeds aantrekkelijk zijn. Ten opzichte van de concurrentie is Huawei nergens uitgesproken de beste in. Dat maakt het lastig om dit toestel van harte aan te raden, maar wie er eentje aanschaft, zal er in veel gevallen dik tevreden mee zijn.