Het bekende beeld van het Facebook-duimpje op websites krijgt na zestien jaar een duimpje omlaag. Het sociale netwerk stopt met zijn externe Like-knop. Het is het einde van een tijdperk; deze knop veranderde veel op internet en leek even een Nederlandse oorsprong te hebben.
"Pst, gratis knopje voor op je website?" Het leek in 2010 best een aantrekkelijk aanbod van dat onlinebedrijf Facebook, zoals het Meta-dochterbedrijf toen nog heette. De Like-knop om waardering uit te
spreken voor artikelen of reacties of foto's verscheen in februari 2009 op het sociale netwerk zelf. Een jaar later bood Facebook hem aan voor websites van derden. Sitebeheerders en webmasters werden hiermee verlost van het zelf opzetten, implementeren en beheren van een systeem waarmee hun bezoekers een waardering konden toekennen aan berichten, pagina's, reacties en meer. Het systeem leverde websites meer interactie op en kon een community opleveren of versterken.
Een bekende wijsheid over techbedrijven is echter dat als iets gratis is, jíj het product bent. Oorspronkelijk
komt dit inzicht uit het begin van de jaren zeventig en gaat het over de tv-industrie. De afgelopen tientallen jaren hebben datagedreven bedrijven als Google en Facebook dit bedrijfsmodel tot nieuwe omvang opgeblazen. Een andere oude wijsheid, van sciencefictionauteur Robert Heinlein in 1966, is: Tanstaafl (There ain't no such thing as a free lunch). Beide wijsheden golden vijftien jaar geleden zeker voor gratis maildiensten, gratis onlineopslag, gratis sociale netwerken en ook de Like-knop.
Miljarden mensen monitoren
Deze voorkennis was echter geen belemmering voor het aanbod van Facebook voor websites van derden. De Like-knop werd in 2010 warm ontvangen en luidde het begin in van grote veranderingen voor Facebook en voor het hele internet. Het sociale platform van Harvard-drop-out Mark Zuckerberg was toen al behoorlijk groot; met een gebruikersaantal dat de mijlpaal van 500 miljoen mensen in zicht had.
"Kan het nog groter?", vroeg The Guardian zich toen af. Het antwoord op die vraag weten we inmiddels wel en de vraag zelf kan wat lachwekkend overkomen. Begin 2023 doorbrak Facebook de grens van twee miljard dagelijkse gebruikers en enkele maanden eerder meldde het platform al een recordaantal van drie miljard maandelijkse gebruikers.
Daarbij weet het bedrijf al jaren veel, heel veel van gebruikers. Facebook weet niet alleen veel van zijn eigen gebruikers en wat die zoal doen op zijn platform. De datahongerige reus weet ook veel van andere gebruikers en wat zij – en Facebook-gebruikers – doen op andere sites, met dank aan de Like-knop.
Datastofzuiger
De bescheiden hoeveelheid JavaScript-code van Facebook – naar smaak aan te passen – voor het plaatsen van zijn duimpje is namelijk een datastofzuiger. De code functioneert vergelijkbaar met de zogeheten trackingpixel. Een belangrijk verschil is dat de volgpixel een veelal verborgen manier is om gebruikers online te volgen, terwijl de Like-knop expliciet zichtbaar is. In tegenstelling tot wat je van een knop zou verwachten, geeft het Like-duimpje ook data door als een websitebezoeker hem helemaal niet gebruikt.
:strip_exif()/i/2007886162.jpeg?f=imagenormal)
Simpelweg de aanwezigheid van die knop op een webpagina geeft Facebook al het inzicht dat een gebruiker die pagina bezoekt. De interesse van gebruikers wordt zo gedetailleerder in kaart gebracht. Deze informatie is zeer nuttig voor het serveren van gerichte advertenties op en door Facebook. Adverteerders betalen om specifieke doelgroepen te bereiken en hoe meer Facebook weet over mensen, hoe specifieker zo'n doelgroep kan zijn.
Tegelijkertijd kan de informatie die Facebook via de Like-knop vergaart zeer gevoelig zijn voor mensen – op en níet op Facebook. Denk maar aan het bezoeken van websites met informatie over zwangerschappen, seksuele geaardheid, politieke kleur of medische aandoeningen. Facebook stelt weliswaar dat het data na verloop van tijd anonimiseert en niet ter beschikking stelt aan derde partijen, maar dat neemt privacy- en securityzorgen niet echt weg. De Like-knop is een soort baken op het wereldwijde web, dat kritiek en aanklachten van privacyorganisaties en ook overheden opleverde. Privacyvoorvechters riepen Facebook op om te stoppen met deze datavergaring en toezichthouders stelden onderzoeken in om te bepalen of het Amerikaanse bedrijf hiermee privacywetten schond.
Facebook bleef zijn Like-knop gebruiken en kreeg daarover rechtszaken voor de kiezen. Het grote bedrijf trof daarin – zoals wel vaker – schikkingen. De hele rechtsgang en uiteindelijke compensatie namen jaren in beslag. Vanaf april dit jaar konden
Amerikaanse consumenten een schikkingsbedrag van 40 dollar per persoon tegemoetzien vanwege gebruik van de Like-knop in 2010 en 2011. Die compensatie kwam voort uit een groepsvordering, waarin Facebooks moederbedrijf Meta in februari 2022 een schikking van 90 miljoen dollar trof.
Facebook, maar ook websites fout
In die Amerikaanse zaak kwam het dus niet tot een uitspraak en in de schikking bekende Facebook geen schuld. In Europa lag dat anders. Daar werd uiteindelijk bepaald dat er inderdaad sprake was van privacyschendingen met de Like-knop op websites van derden. Het Europees Hof van Justitie bepaalde in juli 2019 dat de Like-knop inbreuk maakt op de privacy. Deze uitspraak van het hoogste hof in de Europese Unie was de uitkomst van een klacht uit 2016 van een Duitse consumentenvereniging tegen kledingwinkel Fashion ID, die de Like-knop van Facebook op zijn website gebruikte.
Patent van Nederlandse internetpionier
De Like-knop heeft ook een Nederlands tintje. Facebook werd in februari 2013 aangeklaagd voor zijn Like-knop. De Amerikaanse techreus zou daarmee een patent schenden van internetpionier Jos van der Meer, die in 2004 overleed. Dat patent had betrekking op een systeem waarmee een 'geannoteerd universeel adres' van een website naar de 'dagboekserver' kan worden gekopieerd, schreef Tweakers toen.
De nabestaanden van Van der Meer claimden dat de Like-knop van Facebook inbreuk maakte op dit patent. Het duimpje van Zuckerbergs bedrijf kon immers op een andere website staan en na aanklikken dan een verwijzing op de Facebook-pagina van de gebruiker plaatsen. In juni 2014 verloren de nabestaanden deze zaak en werden twee ingebrachte patenten ongeldig verklaard. Een hoger beroep leverde in februari 2016 ook een duim omlaag op.
Opvallend aan het Europese oordeel is dat niet alleen Facebook schuldig is aan privacyschending. Ook websites die de Like-knop voeren, zijn verantwoordelijk voor het schenden van de privacy van hun bezoekers. Deze medeaansprakelijkheid kwam eind 2018 al in beeld met het advies van de advocaat-generaal van het Europese hof. In juli 2019 werd dit bekrachtigd.
Het Hof stelde hierbij wel dat de eigenaren van websites niet verantwoordelijk zijn voor de gegevensverwerking door Facebook. Websites zijn wel verantwoordelijk voor het doorsturen van persoonsgegevens naar het sociale netwerk. Zij moeten hun bezoekers voortaan expliciet vragen of ze hun gegevens mogen delen met Facebook via de Like-knop.
Aan dit alles komt straks een einde. De expliciet zichtbare Like-knop en het opzuigen van data door dat duimpje stoppen per 10 februari 2026. Op die datum verandert Facebook zijn externe Like-knop, samen met zijn externe Comment-knop, in een onzichtbaar element: een 0x0-pixel. Daarbij stopt het bedrijf ook zijn datavergaring via die twee plug-ins.
Richting de uitgang
Ontwikkelaars en beheerders van websites kunnen de Facebook-code ook verwijderen van hun sites, maar dat kan naar eigen inzicht en volgens eigen timing. Naast het wegvallen van de Facebook-mogelijkheden heeft het pensioneren van de Like-knop en de Comment-knop geen impact op het functioneren van websites die deze plug-ins gebruiken, verzekert Facebook. Het verwijderen zou dus vooral voor de opgeruimdheid zijn.
Facebook verstuurt in de aanloop naar 10 februari twee berichten om ontwikkelaars op de hoogte te stellen. Deze waarschuwingen gaan uit naar alle webapplicaties die de plug-ins onlangs nog hebben gebruikt. Het eerste bericht is nu verstuurd, drie maanden voor de deadline. Het tweede bericht komt een week voor de afkapdatum binnen in mailboxen van ontwikkelaars. De duim wijst naar de uitgang.
/i/2007888788.png?f=imagenormal)
Redactie: Jasper Bakker • Eindredactie: Marger Verschuur