In de daaropvolgende jaren hanteerde Micro-Soft, vanaf eind 1979 consistent gestileerd als Microsoft, strategisch gezien een vrij eenvoudig maar lucratief concept: de eigen Microsoft Basic-software licenseren aan allerlei hardwarefabrikanten. Gates had intussen Harvard verlaten en het bedrijf vestigde zich in Albuquerque. Het bedrijf portte de programmeertaal voor het besturingssysteem van allerlei toentertijd grote partijen. Misschien ken je ze wel: Apple met de Apple II, IBM met de Personal Computer en Commodore met de Commodore 64. Wel met een kleine upgrade, want in plaats van op papieren tape werd Basic intussen geleverd via onder meer cassettes of de romopslag van computersystemen.

In 1980 deed Microsoft alweer afstand van zijn reeds aangenomen naam. Althans, conceptueel gezien, want in dat jaar bracht het bedrijf zijn eerste hardwareproduct uit: de Z-80 SoftCard voor de Apple II. De pc ondersteunde processorkaarten waardoor het systeem een andere cpu kon gebruiken. De insteekkaart van Microsoft beschikte over een Zilog Z80-cpu, wat een Intel 8080-compatibele processor is. Dat is dan weer belangrijk, want zo'n processor was vereist om het besturingssysteem Control Program/Monitor te kunnen draaien. In die tijd was CP/M de industriestandaard van de besturingssystemen en werd vooral in zakelijke context gebruikt.
De Z-80 SoftCard was net als het oorspronkelijke Basic een manier van Microsoft om bestaande technologie tot een nieuw product om te vormen. De kaart werd door Seattle Computer Products ontwikkeld, door een andere partij doorontwikkeld en weer door een ander bedrijf geproduceerd. Onthoud SCP, want zij komen nog terug in de turbulente begindagen van Microsoft.
Besturingssysteem
Tot dusver zijn er enkele vroege producten van Microsoft voorbijgekomen, maar nog geen enkel besturingssysteem. Dat is bijzonder, aangezien het bedrijf daar juist om bekend staat. In de jaren zeventig en tachtig waren besturingssystemen voor specifieke computers veelvoorkomend. Denk bijvoorbeeld aan Apple DOS en Atari DOS voor systemen van respectievelijk Apple en Atari, en Trsdos voor Tandy TRS-systemen. Microsoft verzorgde Basic-implementatie voor die besturingssystemen.
Omdat sommige van de vermelde computers met Microsoft Basic op roms geleverd werden en de programmeertools dus direct bij het opstarten op het scherm verschenen, zou je al bijna van een besturingssysteem kunnen spreken. Het was de interface waar gebruikers veelal interactie mee hadden, al was Microsoft Basic vooralsnog een laagje boven op een besturingssysteem. Het populairste multiplatform-OS van die tijd was het vermelde CP/M, maar ook Microsoft wilde deze productcategorie betreden. Dat deed het bedrijf dan ook, zo'n vijf jaar na de oprichting.
Xenix en Word
Xenix was met MS-DOS het eerste OS met ondersteuning voor wat toen Microsoft Multi-Tool Word heette, de eerste tekstverwerker van het bedrijf. Rond de release in 1983 was een tekstverwerker nog een ongebruikelijk stukje software. In de jaren negentig groeide het programma echter uit tot de gouden standaard van digitale tekstverwerking.
Microsoft was overigens niet de eerste met een dergelijk programma. Dat was namelijk Bravo, de toonaangevende wysiwygtekstverwerker van Xerox PARC. Geheel in stijl huurde Microsoft een van de bedenkers van Bravo in, namelijk Charles Simonyi. Hij hielp met een andere voormalige werknemer van Xerox PARC om Multi-Tool Word te ontwikkelen.
In 1980 licenseerde Microsoft geheel in lijn met de toenmalige bedrijfsstrategie het besturingssysteem Unix van AT&T, door Microsoft omgedoopt tot Xenix. Het 16bit-besturingssysteem, dat aan oem's gelicenseerd werd, werd een belangrijk onderdeel van het bedrijf en zou eigenlijk doorlopend ondersteund blijven worden, ook na de release van een eigen besturingssysteem, niet lang daarna.
'Eigenlijk', want in 1983 werd het woord 'vaporware' voor het eerst gebruikt en wel om Xenix te beschrijven. Omdat Unix-maker AT&T met een nieuwe versie genaamd System V kwam, moest Microsoft concurreren met een nieuwe en verbeterde versie van het besturingssysteem. Het bedrijf koos er echter voor om de handdoek in de ring te gooien. De ontwikkeling van Xenix werd opgegeven maar dit was niet aan het grote publiek duidelijk gemaakt. De oprichter van een bedrijf dat Xenix gebruikte, wilde weten of het OS nog ondersteund zou worden. Een softwaremaker bij Microsoft beschreef de software echter als 'vaporware'.
MS-DOS
Maar zoals gezegd, Xenix was eigenlijk ook niet echt een besturingssysteem van Microsoft zelf, want het ging om een herverpakt product dat door AT&T ontwikkeld werd. Dus was het in de zomer van 1981 eindelijk zover; Microsoft bracht toen zijn eerste eigen besturingssysteem uit: het iconische MS-DOS. Nou ja, 'eigen' is wellicht wederom niet helemaal feitelijk.
Om dat in context te brengen moeten we even een zijsprongetje maken naar IBM. Het bedrijf werkte in 1980 aan een aankomende persoonlijke computer op basis van x86-architectuur. Daarvoor onderhandelde het bedrijf met de makers van CP/M om het besturingssysteem op de IBM-pc te mogen aanbieden. Die onderhandelingen leverden uiteindelijk niets op en dus was het aan Microsoft om een eigen besturingssysteem te maken voor de pc van IBM.

Daarvoor kocht Microsoft de rechten van 86-DOS, een ogenschijnlijke kloon van CP/M, van het intussen welbekende Seattle Computer Products. Het bedrijf huurde tevens Tim Paterson in, de maker van de Z-80 SoftCard en 86-DOS. Hij moest zijn besturingssysteem voor Microsoft naar de betreffende IBM-pc porten. Microsoft licenseerde de software, omgedoopt tot MS-DOS, niet-exclusief aan IBM.
In augustus van 1981 bracht IBM de toonaangevende Personal Computer model 5150 op de markt. Het systeem werd een ongekend succes en dat was mede te danken aan het besturingssysteem, dat op IBM's systemen PC DOS genoemd werd. Maar Microsoft was niet alleen van de licentiedeal met IBM afhankelijk. Omdat het om een niet-exclusieve deal ging, konden tientallen andere bedrijven het kenmerkende besturingssysteem ook afnemen.
IBM PC DOS en MS-DOS werden snel de dominante besturingssystemen en Microsoft werd een van de dominante spelers op het gebied van computersoftware. Er was nog maar een zetje nodig om het bedrijf te verheffen naar de toppositie: een echt eigen besturingssysteem. Raad eens wat dat zou zijn.