Trage start met 'zwervers' Henry en Hans
Kingdom Come Deliverance II
Warhorse Studios is er met Kingdom Come: Deliverance II in geslaagd het eerste deel op alle fronten te verbeteren. Dat levert een uitgebreide, veelzijdige en meeslepende game op die je als speler het gevoel geeft een echt leven te leiden in de middeleeuwen. De game weet de middeleeuwse sfeer prachtig neer te zetten. De audiovisuele presentatie is sterk met prima prestaties op zowel pc als consoles, maar de kans is groot dat je daarbij nog de nodige bugs tegenkomt. De meeste daarvan zijn vooral grappig, maar hun aanwezigheid is natuurlijk niet ideaal. Het vechten is leuk en zorgt voor hoogtepunten, maar voelt tegelijk ook net niet helemaal lekker. Dat komt ook doordat in games meleegevechten in first person zelden echt lekker voelen; in hoeverre dit aan de uitvoering in dit spel ligt, valt dus te betwisten. Wel zorgt dit punt er samen met de bugs voor dat Kingdom Come: Deliverance II nét niet aanvoelt als een echte topgame, maar dat niveau is zeker niet ver weg.
Er zijn weinig games waar ik zo wisselend aan terugdenk als aan Kingdom Come: Deliverance. De firstpersonaction-rpg kon me enorm bekoren met hoe de wereld was opgebouwd en hoe je, spelend als de jonge Henry of Skalitz, door die wereld werd meegesleurd. Ik waande me in het Bohemen van de middeleeuwen. Tegelijk herinner ik me echter ook de vele bugs, het moeizaam werkende vechtsysteem en vooral het soms dodelijk lage tempo. Je moest alles handmatig doen en dat kwam tot een piek - in negatieve zin - toen ik in een klooster dagenlang dezelfde taakjes moest doen en maar niet verder kwam. Zo’n heerlijk spel en tegelijk soms zo verschrikkelijk … maar zeker goed genoeg om erg uit te zien naar de release van Kingdom Come: Deliverance II, zeker nadat ontwikkelstudio Warhorse de game vorig jaar onthulde en schetste dat de game in alles groter en beter zou moeten zijn.
Kingdom Come: Deliverance II gaat verder waar het eerste deel gebleven was. Dat wil zeggen: je speelt nog steeds als Henry, die nog steeds de schildknaap annex bodyguard van Hans Capon of Rattay is, een adellijke jongeman. De edellieden in de regio zijn vooral bezig met een oorlog tussen twee partijen die beide aanspraak maken op de troon. Koning Sigismund slaagt daarin vooralsnog het best, maar Koning Wenceslas - die ergens gevangen zit - heeft ook veel medestanders, waaronder Hans en zijn pleegvader, Sir Hanosh of Leipa. Na een spectaculaire opening, die verklapt dat er later in de game minstens één grote veldslag wordt uitgevochten rond een fort, begint de game met Henry en Hans die onderweg zijn naar Otto von Bergow om te proberen hem aan de zijde van Wenceslas te krijgen.
Die missie loopt echter niet als verwacht. Henry en Hans maken van alles mee en komen uiteindelijk aan bij het kasteel waarnaar ze op weg waren. Er is echter een probleem: het tweetal is al hun adellijk vertoon kwijt en wordt aangezien voor zwervers. Ze komen er niet in. Wanneer het nog wat langer tegenzit, komen Henry en Hans zelfs op een schavot terecht. Al wegkwijnend in de zon geeft het tweetal elkaar de schuld van hun gedeelde malheur en als de lokale autoriteiten besloten hebben dat de straf lang genoeg geduurd heeft, gaan Henry en Hans elk hun eigen weg.
Edellieden of zwervers?
Op dat moment voelt de politiek-militaire situatie die speelt nogal ver weg. Je loopt zonder kleding en zonder bezittingen weg van het schavot, met als hoofdmissie om een manier te vinden om Otto von Bergow te spreken te krijgen. Dat is niet eenvoudig als de maatschappij je aanziet voor een zwerver. Je zult je moeten opwerken en allerlei andere dingen moeten doen, voordat je in de buurt zou kunnen komen van de Lord of Trosky, de regio waarin Henry en Hans zijn beland. Dat begint traag, héél traag. Henry moet op een goed moment zakken dragen om zo wat geld te kunnen verdienen. Een andere methode is ingrediënten verzamelen en handmatig drankjes brouwen, die je zou kunnen verkopen. Een paar simpele Groschen - het betaalmiddel - voelen in die fase al snel aan als heel veel, omdat het verkrijgen ervan moeite kost. Werk voelt in Kingdom Come: Deliverance II ook echt als werk.
Daar is een reden voor. De makers proberen je een wereld te geven die geloofwaardig aanvoelt. Het maken van een potion of het slijpen van een zwaard is werk. Op een knop drukken, een momentje wachten en dan je taak volbracht hebben, is daarvan geen geloofwaardige afspiegeling. In Kingdom Come: Deliverance II doe je de handelingen die nodig zijn dus handmatig. Dat voelt enorm traag en dat is het ook, maar het zorgt er wel voor dat je met enig respect naar het werk kijkt en daarmee ook naar de waarde die het vertegenwoordigt. Wil je de game zo eerlijk mogelijk spelen, dan geeft het echt een kick als je met jouw vaardigheden als smid daadwerkelijk waardevolle dingen weet te maken, waarmee je jezelf dan kunt bewapenen of die je kunt verkopen aan handelaren.
:strip_exif()/i/2007226104.jpeg?f=imagearticlefull)
De keerzijde is dat die traagheid een hindernis vormt voor spelplezier. Natuurlijk, de eerste keer is het nog best aardig en wie stilstaat bij de diepere betekenis van die handelingen, kan het mogelijk zelfs best waarderen. Als je eenmaal lekker op weg bent in het verhaal, worden de trage klusjes vervelender. Het voelt als onnodig oponthoud. Dat leidde ertoe dat ik veel van de extra activiteiten die de game rijk is, toch maar ging ontwijken. Het goede nieuws daarbij is dat dat prima kan. De beginfase is even lastig. Je hebt nog geen armor, goed zwaard of paard, maar zodra die dingen geregeld zijn, kun je bandieten makkelijker aan en kun je hen ontdoen van de spullen die zij in het hiernamaals niet meer nodig hebben. Die spullen verkoop je voor een lieve duit aan een van de handelaren in de dorpjes en zie: je rijkdom groeit sneller dan je in het begin voor mogelijk had gehouden.
Dat is fijn, want het staat je toe om je meer te focussen op het verhaal. Dat verhaal neemt een vlucht zodra je de Trosky-regio achter je laat. Kingdom Come: Deliverance II is min of meer opgedeeld in een proloog en twee stukken daarna, die zich elk afspelen in een andere regio. Trosky voelt al best groot, maar daarna verplaatst het verhaal zich naar de regio rond de grote stad Kuttenberg en die regio is nog veel groter. Dat zijn veel woorden om te zeggen: Kingdom Come: Deliverance II is een grote en lange game. Alleen al de mainquestlijn zal je tientallen uren bezighouden en dan zijn er nog heel veel sidequests en andere interessante onderdelen in de spelwereld om uit te pluizen.
Babbelsysteem
De gameplay van Kingdom Come: Deliverance II is veelzijdig, waarbij het ‘action’-deel net zo nadrukkelijk aanwezig is als het ‘rpg’-deel. Dat laatste komt bijvoorbeeld al naar voren in de handelingen die ik op de vorige pagina beschreef. Door alles handmatig te moeten doen voelt het echter en veel meer alsof je inderdaad een rol speelt in een grotere wereld. Daar komt bij dat Henry ook op een basisniveau moet zien te overleven. Denk daarbij aan zorgen dat je voldoende eet en slaapt en dat jijzelf en je kleding ook af en toe gewassen wordt. Slaap of eet je niet voldoende, dan merk je dat je uithoudingsvermogen snel minder wordt en zie je er onverzorgd uit, dan zullen personages in de spelwereld een stuk minder makkelijk overtuigd worden door de mooie woorden die je voor ze hebt.
Met dat laatste raken we een van de belangrijkste systemen in Kingdom Come: Deliverance II. Wat je heel veel doet in deze game, is praten. Henry babbelt wat af en soms zijn dat niet bijster belangrijke gesprekken met niet bijster belangrijke personages op niet bijster belangrijke plekken in de wereld. Soms is het echter de kapitein van een groep soldaten die op het punt staan je aan te vallen of een burger die jou ergens op betrapt en de bewakers wil waarschuwen, wat jou dan komt te staan op een hoge boete of hogere straf. Op die momenten is het zaak om zo goed mogelijk met de situatie om te gaan. Soms is een zilveren tong het scherpste wapen dat je je kunt wensen.
Inspelen op de ander
Dat werkt in Kingdom Come: Deliverance II met een systeem waarbij Henry zijn antwoorden op verschillende manieren kan insteken, waarbij hij telkens leunt op eigenschappen die hij zelf heeft. Een beetje vleien kan helpen, maar dan is het wel handig als hij een hoge score voor charisma heeft. Je met mooie woorden bij een jonkvrouw naar binnen babbelen wordt lastig als je net een lange rit te paard achter de rug hebt en de bloedvlekken van de gevechten die je onderweg gehad hebt nog in je kleren zitten. Tegelijk zal intimidatie een stuk beter werken als je imposante armor en een sterk wapen bij je draagt en/of zelf oogt alsof je iemand tegen de vlakte zou kunnen meppen. Dat klinkt overzichtelijk, maar het is niet simpelweg zo dat wat Henry als beste eigenschap heeft, altijd het best werkt. Je moet ook een inschatting maken van wat voor persoon je tegenover je hebt. Je kunt nog zo charmant zijn, als de persoon tegenover je totaal niet gevoelig daarvoor is, dan houdt het een beetje op. Je moet dus per keer aanvoelen welke aanpak het beste werkt en soms dus ook accepteren dat er géén optimale aanpak is en je met mooie woorden nergens gaat komen.
:strip_exif()/i/2007226112.jpeg?f=imagearticlefull)
In dat geval is er vaak wel een plan B. Zo zal iemand waarvan jij iets nodig hebt en die zich niet om heeft laten praten misschien een taakje voor je hebben. Geweld is in de middeleeuwen natuurlijk ook altijd een optie. Bedenk daarbij echter wel dat openlijke geweldpleging ook toen al niet echt populair was, als je tenminste zelf niet van adel was. Iemand beroven of eerst vermoorden en dan beroven is een optie, maar als dat gezien wordt, levert het je aardig wat problemen op. Burgers zullen snel naar bewakers toe rennen om hen op de hoogte te brengen van jouw daden. Vluchten kan zeker, maar de bewakers rond het dorp waar jij je misdaad gepleegd hebt, zullen je niet zomaar vergeten. Ik had af en toe dat ik uren later - meerdere dagen verder in het spel - nog bewakers had die met een flinke boete kwamen aanzetten. En dat is top: ik zou het maar stom vinden als bewakers mijn daden al te makkelijk zouden vergeten. Overigens vergeten ze je wel als je lang genoeg weg blijft en je kunt perks verdienen die de tijd die daarvoor nodig is wat verkorten.
Vallen voor dezelfde truc
Op zich is dit dus een goed systeem, dat meestal ook prima werkt. De wereld is geloofwaardig en ik had meestal wel een goed gevoel bij hoe gesprekken verliepen en bij wat wel en niet werkte. Soms gaat het spel echter ook in de fout. Zo werd ik in een kasteel eens betrapt op een plek waar ik niet mocht komen. De bewaker wilde me arresteren, maar ik kon me eruit babbelen met een grapje. Prima, ik heb een torenhoge charismascore, dus dat voelt logisch. Daarna werd ik echter nog eens betrapt ... en toen nog eens ... en weer. Oké, niet mijn sterkste stukje gameplay ooit, maar dat is niet het punt. Het punt is dat dezelfde bewaker elke keer weer in hetzelfde grapje trapte en me dus weer liet gaan. Het is op zichzelf niet eens zo heel erg; het is zelfs best handig, maar het breekt wel de immersie en de geloofwaardigheid waarvoor de game in alles juist zo zijn best doet.
:strip_exif()/i/2007226120.jpeg?f=imagearticlefull)
Er zijn over het algemeen wel gevolgen voor slechte daden, maar het aloude ‘het is pas erg als je betrapt wordt’ geldt hier wel. Niet voor niets is Thievery een van de specifieke onderdelen waarin je Henry kunt trainen en verbeteren. Elke skill die Henry heeft stijgt afzonderlijk in level, naarmate je er meer mee doet. Dat gaat gepaard met het kunnen kiezen van perks die horen bij die vaardigheid. Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt: het klinkt bijna logisch. Je voelt waarschijnlijk al aan dat ik Henry in no time had veranderd in een meesterinbreker. Leuk detail daarbij is dat de game ook bijhoudt hoe goed je zichtbaar bent en hoeveel geluid je maakt. Inbreken met een glimmend harnas aan dat ook nog eens best luidruchtig kan zijn, is natuurlijk vrij dom. Altijd een setje simpele donkere kleding en schoenen die weinig geluid produceren bij je hebben is de basis voor een succesvolle kraak.
Voor je er erg in hebt, ben je enkele tientallen uren op weg en begint jouw versie van Henry al aardig vorm te krijgen. Hoewel je quests op allerlei manieren kunt afronden, is het niet zo dat je het verloop van de game verregaand kunt veranderen. De keuzes hebben invloed op de manier waarop je ergens komt, niet altijd op het grotere plaatje. Daarop zijn wel uitzonderingen, die we uit spoileroverwegingen niet met je delen, maar het grootste deel van het hoofdverhaal verloopt dus wel lineair. Daaromheen ben je vaak vrij om te doen en laten wat je goeddunkt. Ik heb vrij veel sidequests overgeslagen. Veel daarvan kun je op een later moment alsnog doen, zelfs al ben je al in de Kuttenberg-regio. Je kunt namelijk terugreizen naar Trosky en die regio ook nog afmaken, mocht je dat eerder niet gedaan hebben.
Vechten niet optimaal, maar alsnog leuk
De manier waarop je de game speelt en waar je je op toelegt bepalen dus mede waar Henry goed in wordt. Dat geldt in het vechten eigenlijk ook zo. Je kunt je eigen versie van Henry maken en daarin kiezen voor een achtergrond die niets met vechten te maken heeft, maar ook dan ontkom je er niet aan om af en toe toch een flink potje te knokken, zowel met je vuisten als met wapens. Dit is iets waarmee je het zeker in het begin best even lastig kunt hebben, want zo heel makkelijk is het niet.
Nooit helemaal fijn
Dat begint met het simpele feit dat dit een firstpersongame is. Vechten in een firstpersongame vind ik nooit echt heel lekker werken. Misschien heb je onlangs Indiana Jones gespeeld; dan snap je denk ik wat ik bedoel. In die game werkte het vechten best goed, maar nog steeds voelden de vuistgevechten toch niet helemaal lekker. Dat geldt voor deze game eveneens, maar dan ook met wapens. Het systeem erachter zit best goed in elkaar, maar helemaal fijn voelde het nooit. Datzelfde geldt voor het schieten met een boog of kruisboog. Ik moest altijd lager mikken dan ik zou denken, waardoor ook dat deel van het vechten niet zonder meer een pluspunt is voor de game.
Het zwaardvechten is dat wél. Oké, wacht, dat is raar: hoe kan iets dat niet lekker voelt, uiteindelijk toch een pluspunt zijn? Nou, om te beginnen wen je er wel aan. Je leert werken met het systeem, je krijgt een beter gevoel voor afstand en voor wat voor aanvallen succesvol zijn en o ja, dat ook nog: je leert een Master Strike. Dat is een beweging waarmee je een aanval van je tegenstander afslaat en hem meteen raakt, in één beweging door. Als je dat goed doet, raakt je aanval altijd. Dat is een lekker voordeeltje om te hebben en ook precies wat ik nodig had om de gevechten leuker te gaan vinden.
:strip_exif()/i/2007226114.jpeg?f=imagearticlefull)
Met alleen de basis kwam ik daar nog niet. De basis is overigens simpel. Je tegenstander heeft een wapen en dat houdt hij links, rechts, boven of beneden, wat verklapt vanaf welke kant zijn volgende aanval komt. Om die aanval te pareren, moet je dezelfde kant kiezen en proberen te blokken. Zelf wil je juist aanvallen vanaf de kant waar je tegenstander het niet verwacht, dus wisselen van zijde is aan te raden. Er zijn allerlei combo’s die je kunt leren om je aanvallen effectiever te maken. Je hierop toeleggen werkt best wel. Dan blijft het soms onhandig of houterig aanvoelen, maar je krijgt er meer gevoel voor, weet je energie ook beter te managen en weet zo toch vaker wel dan niet je vijanden te verslaan. Dat is gaaf en levert ook nog eens veel geld op, want verslagen soldaten hebben vaak waardevolle armor bij zich. Let er daarbij wel op dat niet elk lijk zomaar leeggeroofd mag worden. Bandieten zijn fair game, maar soldaten die gevallen zijn in een veldslag zijn dat niet.
Hoogtepunten
Die veldslagen zijn trouwens steeds hoogtepunten in de game. In de opening krijg je al een voorproefje van een groot gevecht en dat element komt nog een aantal keer terug. Door de manier waarop soldaten hier bewegen en hoeveel het er nou echt zijn, vind ik Kingdom Come: Deliverance II op dit vlak soms een tikje gedateerd overkomen. Dat kon ik eenvoudig naast me neerleggen, want het zijn steeds leuke stukken, waar ik meestal lekker van de ene naar de andere vijand aan het rennen was om er maar zo veel mogelijk achter elkaar uit te schakelen. Het lukte me overigens zeker niet om alle grote gevechten steeds bij de eerste poging te winnen. Soms ligt dat ook aan hoe je metgezellen het ervan afbrengen. Dat kan zorgen voor een klein beetje frustratie, maar dat blijft erg beperkt. De meeste gevechten weet je waarschijnlijk binnen enkele pogingen te winnen.
:strip_exif()/i/2007226138.jpeg?f=imagearticlefull)
Vechten in Kingdom Come: Deliverance II kan op heel veel verschillende manieren. Ik heb me toegelegd op vechten met alleen een zwaard, maar je kunt ook kiezen voor een schild of een van de andere grote of kleine wapens. Daarnaast kun je open gevechten vaak voorkomen door sluipend te werk te gaan en met je dolk vijanden geruisloos te vermoorden. Ik heb hele bandietenkampen op die manier uitgeschakeld. Dat moet ook wel, want als zo’n kamp met een man of zes je ontdekt en aanvalt, ben je waarschijnlijk kansloos. Verder kun je nog vechten terwijl je op je paard zit, wat ook weer bepaalde voordelen heeft, en je kunt je hond de opdracht geven vijanden aan te vallen. Er zit dus heel veel in en ik heb volgens mij nog niet eens de helft van alle mogelijkheden kunnen uitproberen. Dat nodigt dus alvast uit voor een tweede playthrough.
Goede prestaties, maar ook bugs
Op technisch vlak is Kingdom Come: Deliverance II een beetje wisselvallig. In grote lijnen vind ik het een mooie game. Het Boheemse landschap spreekt aan: je rijdt door de bossen, langs uitgestrekte weilanden, door rustieke dorpjes en ga zo maar door. De forten en de stad Kuttenberg vormen dan de landmarks die een wat andere smaak bieden. Kuttenberg deed me soms denken aan een stad als Novigrad uit The Witcher III. Ik kreeg er een beetje dezelfde vibe bij. Dat is alvast een groot compliment, want het derde deel uit Geralts trilogie staat in mijn lijstje favoriete games aller tijden.
De omgevingen vind ik dus mooi. De game is lekker kleurrijk en gewoon rondrijden en om je heen kijken is vaak al een belevenis op zich. Rijdend door de bossen, over open velden of langs een beekje is fijn. Mocht je echter zin hebben om gaten te schieten in de audiovisuele presentatie van Kingdom Come: Deliverance II, dan kunnen we hier beginnen. Zeker op de PlayStation 5, zowel op de Pro als op het basismodel, is texture pop-in zeer goed merkbaar. Richt je ogen op stukken van de wereld die net iets verder weg zijn en je ziet de bomen en gebouwen daar voor je ogen veranderen van vage vlakken naar steeds gedetailleerdere onderdelen van je directe omgeving. Dit is vermoedelijk niet helemaal te voorkomen op de hardware van de PS5. Dat blijkt wel, want op pc is dit probleem minder goed merkbaar. Ik speelde het spel met een Nvidia RTX 3080 Ti en daar zag ik veel minder pop-in dan bij de consoleversie het geval is.
Upscaled 4k60 op PS5 Pro
Op de PlayStation 5 Pro wordt je trouwens niet geconfronteerd met een keuze voor een grafische modus. De console draait de game met 60 frames per seconde en in upscaled 4k. De normale PlayStation 5 laat je een keuze maken tussen een van die twee. De Quality-modus geeft je upscaled 4k, maar beperkt de framerate tot 30fps. De Performance-modus biedt 60fps, maar verlaagt de resolutie naar upscaled 1440p. Ik heb de game voornamelijk in de Quality-modus gespeeld. Kingdom Come: Deliverance II is een vrij trage game, dus de lagere framerate zat mij niet echt in de weg.
De pc-versie heeft natuurlijk meer instellingen in de graphics. Je kunt allerlei features boosten of juist verlagen, maar de belangrijkste instelling voor een pc-game in 2025 is de upscalingtechniek. Kingdom Come: Deliverance II ondersteunt DLSS en FSR, waarbij niet vermeld wordt welke versie van de technieken gebruikt wordt. De menu’s in de game bevatten in elk geval geen verdere informatie over framegeneration of andere moderne features. Ik heb de game vooral getest met DLSS, aangezien ik met een Nvidia-kaart speelde, en haalde daarmee prima prestaties. De game is zelfs met de upscaler uitgeschakeld nog goed te spelen met deze toch inmiddels niet meer ‘toplijn’-videokaart: de framerate schommelde dan rond de 30fps met de grafische instellingen op Ultra. Speel je wat meer met de DLSS-settings, dan kun je die naar voorkeur verhogen tot boven de 60fps. Wel apart is dat de game in zijn menu’s een lock van 32fps en 64fps aanhoudt. Je zou denken dat dat uit te zetten is, maar dat kreeg ik nog niet voor elkaar.
Grafische presets van de pc-versie, vlnr: Low, Medium, High, Ultra
De pc-versie en de consoleversie kunnen elkaar de hand schudden op het gebied van de bugs. Het origineel had last van behoorlijk wat bugs. Dat is nu iets beter, maar met de nadruk op ‘iets’. Alles bij elkaar viel het me ergens nog mee gezien de grootte van de game, maar ik had op de PlayStation 5 meerdere crashes en heel veel grafische bugs en glitches. Daarnaast viel ik een keer door de map heen; best grappig, maar niet echt de bedoeling natuurlijk. Tegen het einde van de reviewperiode kreeg ik een update waarin Warhorse aangaf de Day One-patch alvast uitgerold te hebben voor reviewers. Helaas was dat te laat om nog uitvoerig te kunnen testen hoeveel van de genoemde issues daadwerkelijk verholpen worden door deze patch, maar het zal allicht een stap in de goede richting zijn. Desondanks denk ik dat gamers de eerste periode na release nog wel even rekening moeten houden met de nodige bugs.
Vlnr: DLSS Native, DLSS Quality, DLSS Balanced
Hoe het kan dat ook deze tweede game best veel bugs heeft? Dat blijft speculeren, maar het geeft te denken dat de ontwikkelaars in interviews al meermaals hebben aangegeven dat de CryEngine, die Warhorse gebruikt voor Kingdom Come: Deliverance II, eigenlijk niet ideaal is voor het type game dat de studio maakt. Dat is volgens de makers echter geen groot probleem. Volgens hen brengt elke engine uitdagingen met zich mee en vindt elke ontwikkelaar de engine waarmee hij werkt altijd suboptimaal. Hoewel er ook bij de ontwikkeling van het eerste deel dus al uitdagingen waren, besloot Warhorse bij de CryEngine te blijven. Het niet hoeven aanpassen van de manier van ontwikkelen was daarbij een belangrijk pluspunt. Wie dit verhaal leest, zou snel kunnen denken: "Ah, dat verklaart misschien waarom er toch nog zoveel bugs zijn." Zeker weten zullen we dat nooit, maar het zou er best aan kunnen bijdragen.
Soms gaat het even mis ... (PS5-versie)
Gelukkig is het zeker niet zo dat de bugs spelbrekend of spelbedervend zijn. Ja, de game herstarten na een crash is stom, maar het kost je zelden echt veel voortgang. De game slaat voortdurend automatisch op en je kunt ook handmatig opslaan door de zogeheten Saviour Schnapps te drinken. Die moet je wel brouwen of kopen, dus dat kan niet onbeperkt. Toch had ik er altijd genoeg om er niet al te lang over na te denken. Je hebt dus meestal wel een vrij recente save. Daarnaast zijn de grafische bugs vooral afleidend, maar echt heel erg in de weg zitten ze nooit.
Wel worden de sterke grafische momenten afgewisseld met minder overtuigende beelden. Dan doel ik dus niet op de grafische bugs, maar op minder mooi of minder gedetailleerd uitgewerkte onderdelen in de spelwereld. Denk daarbij aan de textures van gebouwen, zeker wanneer die nog wat verder weg zijn, of de kwaliteit van struiken en bomen. Die zorgen met elkaar voor mooie omgevingen, maar bekijk je ze apart en van dichtbij, dan zijn de bladeren vaak simpele, soms wat grof ogende textures. Dat zorgt ervoor dat de over het algemeen prima graphics soms net niet helemaal overtuigend voor de dag komen.
Prima geluid
De audiovisuele presentatie wordt flink geholpen door het geluid. De game kent allerlei sfeervolle achtergrondmuziekjes, die de middeleeuwse sfeer in het spel goed naar voren brengen. De grootste pluim gaat echter naar de dialogen en de stemmen die deze ten gehore brengen. Ik vond het schrijfwerk erg geslaagd. De game staat bol van humorvolle gesprekken tussen personages en leuk bedachte quests, die voor allerlei hilarische situaties zorgen. De stemmen zijn daarnaast een stuk beter dan die in het vorige deel. Daar waren met name de stemmen van de hoofdpersonages sterk, maar die van overige personages vaak een stuk minder indrukwekkend. Dit keer is dat een stuk beter. Dat komt misschien ook wel doordat dit verhaal in alles groter aanvoelt en er ook meer belangrijke personages zijn, die goed zijn uitgewerkt. Dat trekt het algehele niveau omhoog. Het zorgt er al met al voor dat gewoon luisteren naar pratende personages al erg vermakelijk is en dat de tussenfilmpjes ook leuk zijn om naar te kijken.
Conclusie
Kingdom Come: Deliverance II is een heel ambitieus spel. De game probeert aan elke handeling in het spel een bepaalde gravitas te koppelen, wat zeker de beginfase behoorlijk traag maakt. Het draagt allemaal bij aan een hoge mate van geloofwaardigheid: het voelt alsof jij je rol speelt in een veel grotere, middeleeuwse wereld, waarin niet alles om jou draait. De vrijheid die je daarin hebt en het brede scala aan mogelijkheden dat er is, maken Kingdom Come: Deliverance II al vrij snel leuk. Later begint het verhaal de game wat meer te dragen, wat gepaard gaat met spectaculaire en originele quests. Het vechten voelt voor mij nog steeds wat te houterig en ongemakkelijk, maar ik betwijfel of de makers dat veel beter hadden kunnen doen. Op deze manier vechten in first person voelt altijd een beetje ongemakkelijk. Wel is het jammer dat de game net als zijn voorganger best wat bugs heeft. Warhorse heeft de eerste patch al af, dus een goed deel daarvan zal wellicht snel verholpen zijn, maar het zal waarschijnlijk nog even duren voordat alle gaten gedicht zijn. Neem dat echter niet te zwaar op: ja, sommige bugs waren eventjes irritant, maar ze stonden al met al mijn spelplezier amper in de weg. Dat maakt Kingdom Come: Deliverance II voor mij dan ook een heel geslaagde action-rpg. Dat het spel met zijn sfeer en vibe voor mij af en toe in de buurt komt van The Witcher III: Wild Hunt, een van mijn favoriete games ooit, zegt eigenlijk al genoeg.
Screenshot: PS5