Een ander ontwerp dat nog in de kinderschoenen staat, is de gesmoltenzoutreactor, ook wel molten salt reactor of msr genoemd. Dit is een derde geavanceerde techniek die ook op een hoge temperatuur en met een gasturbine kan werken. "Er heeft een 5MW-demonstratiereactor met gesmolten zout gedraaid, in de jaren zestig in de VS", vertelt Kloosterman. Onderzoekers waren te spreken over de prestaties, maar er werd niet op ingezet, waardoor de ontwikkelingen decennia stil hebben gelegen.
Nu wordt er in China weer een dergelijke demonstratiereactor gebouwd. Kloosterman: "Ik hoop dat de technologie doorzet, want naar mijn idee hebben gesmoltenzoutreactoren een aantal aardige voordelen." Omdat ze gesmolten zout als koelmiddel, moderator en oplosmiddel voor de brandstof gebruiken, is er een sterke terugkoppeling. Net als bij waterreactoren zet het koelmiddel uit als de temperatuur oploopt. In dit systeem krijg je dan meteen minder splijtstof in je reactor, waardoor de kettingreactie dooft. Dit maakt deze reactor ook geschikt voor load-following en dus het opvangen van fluctuaties in het elektriciteitsnet. Met de veiligheid lijkt het ook goed te zitten, omdat bij oververhitting het zout in veilige containers onder het reactorvat kan stromen.
:strip_exif()/i/2005118280.jpeg?f=imagenormal)
Een ander voordeel is dat je, afhankelijk van het zout, verschillende brandstoffen kunt gebruiken. Als je een fluoridezout neemt, dan kun je daar thorium in oplossen. Thorium komt veel voor op aarde en is niet splijtbaar. Maar je kunt het bestralen met neutronen waardoor het vervalt in uranium-233, dat goed splijtbaar is. Zo kun je via een tweetrapsraket met thorium energie opwekken. Als je daarentegen een chloridezout neemt, dan kun je er plutonium uit brandstofafval in oplossen en dat, net als in de gesmolten metalen reactoren, versplijten.
"Je kunt de gesmoltenzoutreactor dus óf gebruiken om bestaande plutoniumvoorraden te vernietigen óf om een hele schone splijtstofcyclus te krijgen", vertelt Kloosterman. Dat laatste is mogelijk omdat de splijtstof vloeibaar is, waardoor je continu stoffen kan afvoeren en toevoeren in de reactor. Bij een gewone kernreactor met vaste splijtstof wissel je één keer per jaar een kwart van de splijtstof.
"Het lastige van de gesmoltenzoutreactor is dat het gaat om hoge temperaturen en zout", zegt Van den Broek. "Dat betekent corrosie en spanningen, wat veel vergt van de materialen. Met de onderzoeksreactor in Petten doen we onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe materialen die hiertegen bestand zijn." Kloosterman heeft er vertrouwen in. "In de jaren zestig werd Hastelloy gebruikt: een legering van kobalt, chroom, nikkel en molybdeen. Die lijkt nog steeds goed te voldoen. En met de juiste chemie kun je de corrosie in de hand houden."
Dit materiaalonderzoek heeft nog wel tijd nodig. In de tussentijd zijn er start-ups die werken aan modulaire gesmoltenzoutreactoren, vertelt Kloosterman. Daarbij wissel je de kritieke onderdelen elke paar jaar. Dat is een praktische oplossing waardoor je kan starten met deze reactoren, voordat de ideale materialen ervoor ontwikkeld zijn. Maar het levert wel meer afval op. Wat Kloosterman betreft is het als het gaat om duurzaamheid dus nog niet het einddoel.
Hoe mooi deze drie geavanceerde reactoren ook klinken; ze hebben nog tijd nodig. "Als je iets voor de energietransitie wilt doen, dan zou ik zeggen: bouw eerst nog een generatie drukwaterreactoren of kleine modulaire reactoren met die technologie", zegt Kloosterman. "En bewaar het plutonium dat je daarmee produceert voor de gesmoltenzoutreactoren die later volgen."