De RTCWEB Working Group, onderdeel van de IETF, wil zowel de VP8- als de h264-codec verplicht stellen voor browsers die de WebRTC-standaard ondersteunen. Er is een lange tijd strijd geweest over welke codec de standaard zou moeten worden, maar daar lijkt nu een einde aan te komen.
VP8 heeft voor softwaremakers het voordeel dat zij zich geen zorgen hoeven te maken over het afdragen van licentiegelden. Ook wordt deze codec, die afkomstig is van Google, onder andere door Chrome en Firefox ondersteund. H264 vergt wel het afdragen van royalty's, maar de ondersteuning voor deze codec is veel breder dan die voor VP8. Zo kan vrijwel elk mobiel apparaat h264-video's hardwarematig decoderen.
De opstellers van de standaarden achter WebRTC, een protocol dat plug-in-loze audio- en videocommunicatie in browsers mogelijk maakt, kwamen jarenlang niet tot een eensluidend antwoord op de vraag welke codec-ondersteuning verplicht zou moeten worden. Inmiddels is er toch een compromis gevonden: de RTCWEB Working Group wil dat browsers en andere software die de WebRTC-standaard ondersteunt beide codecs verplicht moet ondersteunen. Als alle leden met dit voorstel instemmen lijkt de jarenlange onenigheid tot een einde te zijn gekomen.
De adoptie van WebRTC verloopt inmiddels voorspoedig. Chrome, Opera en Firefox ondersteunen de standaard al enige tijd en Microsoft wil in toekomstige versies van Internet Explorer ook WebRTC omarmen. Mozilla, lang tegenstander van integratie van de h264-codec, koos voor Firefox uiteindelijk voor OpenH264, waarbij Cisco de licentiekosten afdraagt. Overigens werken een aantal Mozilla-developers binnen de Xiph.org Foundation aan Daala, een videocodec die de kwaliteit en compressiefactor van de nieuwe compressiegeneratie h265 minimaal zou moeten evenaren.