hoe een op grafeen gebaseerde radio-eenheid de letters 'IBM' uit een radiosignaal op 4,3GHz wist te filteren. Het signaal had een snelheid van 20Mbit/s. Volgens IBM is de verwerkingssnelheid van het grafeenontwerp tienduizend maal sneller dan vorige conceptontwerpen.
Oef ... gevalletje 'lost in translation' denk ik. Radiosignalen gaan altijd met de snelheid van het licht (die afhankelijk is van het medium waarin de radiosignalen zich verspreiden. Ik ga hier uit van gewoon lucht.)
Wat er 20MBit/s was, was de bandbreedte van de digitale datastroom die, na demodulatie ('filteren' ?) met behulp van de grafeen FET, uit die ontvangstunit (een silicium chip waar de GFET een onderdeel van was, en dat was inderdaad het hele doel van het onderzoek) kwam. Overigens was de limiet van 20MBit/s volgens het originele artikel niet te danken aan de GFET zelf maar kwam het door de meetapparatuur die ze hadden gebruikt. De genoemde 'tienduizend maal' de oude verwerkingssnelheid is dus nog een theoretische. Op dit moment zijn er genoeg bestaande, goedkoop geproduceerde technologieën die een digitaal signaal met 20MBit/s bandbreedte uit een radiosignaal van 4,3GHz kunnen vissen. Denk bijvoorbeeld 5GHz WiFi. Maar daar wordt wel eerst het radiosignaal in frequentie omlaaggemixt en kan het signaal daarna, op lagere frequentie, verder verwerkt worden door 'normale' silicium FETs.
Om bij een te ontvangen radiosignaal de bruikbare data 'er uit te filteren' (om die woorden maar te gebruiken) heb je een hoogfrequent schakelende halfgeleider nodig. Bij een simpele modulatie (zoals AM) op een frequentie die laag genoeg is kan je met een enkele eenvoudige diode al af; een spoel en condensator voor je afstemkring. Als het wat ingewikkelder wordt kan je transistors of FETs goed gebruiken. Hoe hoger-frequent die halfgeleiders, hoe groter het frequentiebereik wat je in een keer kan verwerken, hoe groter, mogelijk, de bandbreedte van je gedemoduleerd signaal.
Het mooie van grafeen is (lees: blijkt uit veel onderzoek van de laatste jaren) dat het op veel hogere frequenties kan schakelen dan silicium. Voor de eerste verwerking van signalen op de hoge frequenties, vlak na de ontvangstantenne, gebruik je dus graag snel schakelende materialen, dus die GFETs.
Maar de rest van de signaalverwerking doe je liever in silicium (desnoods met meerdere parallelle pijplijnen als de totale bandbreedte van je signaal te groot is om via een enkele seriële lijn te lopen), omdat er nog steeds geen productiemethoden zijn voor 'grafeenwafers' waardoor je een heel IC ontwerp in grafeen zou kunnen maken. Ook is grafeen, zoals al aangegeven in het artikel, erg bros, dus de GFETs voeg je het liefst pas toe als de rest van de chip al klaar is.
Daarom is de ontdekking dat je een grafeen transistor op deze manier in een silicium chip kan integreren op dit moment zo bruikbaar.
[edit: grammaticafoutje en in het laatste stukje, breekbaarheid van grafeen]
[Reactie gewijzigd door jiriw op 29 juli 2024 01:54]