Microsoft heeft, nog geen jaar na de introductie van de vorige versie, Visual Studio 2013 aangekondigd. Daarmee stapt Microsoft af van zijn tweejaarlijkse release-schema voor Visual Studio. Eind deze maand zal een betaversie beschikbaar komen.
De softwaregigant kondigde de nieuwe versies van Visual Studio en Team Foundation Server aan tijdens zijn TechEd-conferentie in New Orleans, die deze week wordt gehouden. Eind deze maand zal Microsoft meer bekendmaken van Visual Studio 2013 en zal een bèta worden vrijgegeven, maar het bedrijf heeft nu al de nodige details van de nieuwe versie onthuld.
Een van de nieuwe features is een functie die door Microsoft voorlopig Code Information Indicators wordt genoemd. Die geven informatie over bepaalde stukken code, belooft Microsoft. Zo kunnen resultaten van tests worden getoond, en worden stukken code getoond waar naar wordt gerefereerd. Ook kunnen recente wijzigingen aan een bepaald stuk code worden getoond. Microsoft levert een vijftal 'indicators' standaard mee, maar gebruikers kunnen ook zelf indicators ontwikkelen.
Een andere wijziging is in feite oude functionaliteit die terugkeert. Veel gebruikers klaagden over de nieuwe 'pending changes'-interface van Visual Studio 2012, die te krap vormgegeven zou zijn, zodat het moeilijk zou zijn om overzicht te houden. In Visual Studio 2013 kan dat venster worden uitgeklapt, waarmee het meer lijkt op de interface van versie 2010. Ook kan het uitgeklapte venster bijvoorbeeld op een tweede monitor worden geplaatst.
Team Foundation Server krijgt de mogelijkheid om bij bepaalde stukken code conversaties te voeren. Die mogelijkheid zit vooralsnog alleen in de web-client voor Team Foundation Server, en is volgens Microsoft vergelijkbaar met de code review-functionaliteit van Visual Studio Premium, maar is minder breed uitgewerkt. Zo is het niet mogelijk om een overzicht van inkomende opmerkingen op te roepen en is het ook niet mogelijk om een code review voor een bepaald stuk code aan te vragen, zoals dat wel kan in Visual Studio.
Verder wordt het met een paar drukken op de knop mogelijk om webapplicaties in de praktijk te testen, door ze uit te rollen naar een Azure-omgeving. Het testen van de load was al langer mogelijk, maar nu kan dit dus ook voor webapplicaties. Ook de release management-functionaliteit is verbeterd en het wordt eenvoudiger om te zien waar verschillende leden van een team precies aan werken.