ING hoeft de gegevens van een beheerder van usenet-indexer FTD World niet te overhandigen, heeft de rechtbank in Amsterdam geoordeeld. Volgens de rechter hoeven banken persoonsgegevens slechts 'in zeer uitzonderlijke situaties' te overhandigen.
Stichting Brein wilde de gegevens hebben omdat het anders onmogelijk zou zijn om de beheerder of beheerders van FTD World te achterhalen. De site zou zijn gehost in Rusland en de Russische hostingprovider reageerde niet op verzoeken van Stichting Brein om de site offline te halen. De houder van de domeinnaam blijkt een niet-bestaand persoon, aldus Stichting Brein.
Op de site van FTD World, een functionele opvolger van nzb-indexer FTD, is echter wel een rekeningnummer van ING te vinden. Stichting Brein wilde weten wie er allemaal toegang had tot die rekening en wie er op welke plaats geld vanaf had gehaald. De officiële rekeninghouder is namelijk een hoogbejaarde vrouw die in Suriname woont; waarschijnlijk is zij slechts een 'katvanger', bedoeld om de werkelijke gebruiker van de rekening buiten schot te houden.
ING wilde enkel kwijt dat er inderdaad iemand gevolmachtigd was om geld van de rekening te halen en dat er vanuit Amsterdam-Noord betalingen zijn verricht met de bijbehorende pinpas, maar wilde geen persoonsgegevens vrijgeven. De rechtbank geeft ING daarin gelijk. Volgens de Amsterdamse rechter is het belangrijk dat 'cliënten vertrouwen moeten kunnen genieten in hun bank' en dat banken daarom slechts 'in zeer uitzonderlijke situaties' persoonsgegevens aan anderen mogen verstrekken. Bovendien moeten ze dan in veilige handen zijn, en de rechter is er niet van overtuigd dat dat bij Brein het geval is.
Ook speelt mee dat ING niet 'instrumenteel' is bij de vermeende auteursrechtinbreuk van FTD World. Brein verwees naar jurisprudentie waaruit blijkt dat hostingproviders kunnen worden gedwongen om persoonsgegevens te overhandigen. "Een 'piratenwebsite' kan niet bestaan zonder een provider", erkent de rechtbank, maar bij een bank is dat niet zo: een piratenwebsite kan ook bestaan zonder bankrekening. "Er is dan ook geen relatie tussen ING Bank en de auteursrechtinbreuk, terwijl er wel een relatie is tussen een internetserviceprovider of hostingprovider en de auteursrechtinbreuk", schrijft de rechtbank.
Daarnaast had Brein meer kunnen doen om de gegevens buiten ING om te achterhalen. Zo had de stichting volgens de rechter waarschijnlijk meer kunnen doen om de gegevens van de domeinnaamhouder te achterhalen en heeft Brein geen poging gedaan contact op te nemen met de officiële rekeninghouder. Daarnaast heeft Brein geen aangifte gedaan, wat volgens de rechter een oplossing kan zijn om de gegevens alsnog te achterhalen.
De uitspraak is een tegenslag voor de strategie van Stichting Brein om gegevens van betalingsproviders te gebruiken om piratensites op te rollen en betalingen te blokkeren. Eerder kreeg Brein van een betalingsprovider nog de naw-gegevens van een persoon die een illegale torrentsite zou runnen. Daarvoor hoefde Brein geen rechtszaak te voeren: de dreiging van een kort geding was genoeg. Het is nog onbekend of Stichting Brein in beroep gaat tegen de uitspraak.