Mischien dat Kodak het probleem had dat het geen electronica concerns was en daarom altijd achter lag wat betreft sensor technologie.
Kodak was altijd vooral commercie en beeldgeörienteerd (ze hadden op de fotokina altijd gigantisch grote stands met levensgrote afbeeldingen). De techniek erachter speelde alleen een faciliterende rol.
Juist die techniek is gigantisch veranderd en is in een versnelling terechtgekomen. De chemische technologie was ver op het hoogtepunt gekomen van haar kunnen en zag nog weinig pure verbetering met iedere volgende generatie. Veel films hadden bestaansrecht omwille van hun verschillende karakter, smaak dus en toepassingsgebied.
Ook optisch en mechanisch waren de grenzen wel bijna bereikt, al is er met betrekking tot zoomlenzen nog wel een groter zoom-bereik te behalen met veel (computer-)rekenen.
De digitale camera is echter vooral een elektronisch apparaat en juist in de electronica is het steeds sneller gegaan. Dit heeft als gevolg dat voorraden als nooit tevoren verouderen, dus waarde verliezen. Ook vertrouwde Kodak veel op haar goede naam terwijl de huidige generatie zich informeert via reviews, met o.a.gebruikers-reviews, en dus marketingtechnisch op een andere manier bereikt moet worden.
De merken die sinds de komst van de digitale fotografie erbij zijn gekomen zoals Casio, Panasonic, Samsung, Sanyo en Sony zijn alle electronica-merken. Veel andere namen bestaan enkel nog als handelsnaam, vaak in handen van een bedrijf dat sterk op electronica is gericht ( Mamiya is onderdeel van Phase One, Tamron is van Sony)
Ook Polaroid, dat eveneens een film-based company was heeft het heel moeilijk gehad en is inmiddels volledig overgestap op digitaal/electronisch. Agfa heeft al veel eerder haar fotodivisie ingekrompen, evenals Ilford.
Dat juist die bedrijven het moeilijk hebben (of hebben gehad) terwijl andere fotografiebedrijven, zoals de camerafabrikanten het veel makkelijker leken te hebben is maar schijn. Uiteraard hoefden zij niet hun hele productgamma om te gooien, konden zij camera's blijven maken, enkel met een ander opnamemedium, echter ook daar zijn de nodige klappen gevallen. Canon had een voordeel omdat zij tevens kopiëerapparaten, lithografiemachines e.d. maak(t)en en
zozie
zo al de grootste camerafabrikant waren. Nikon, voor de digitale revolutie nummer 3 is onderdeel van een gigantisch concern dat behalve in andere optische technieken (lithografiemachines) ook in andere branches werkzaam is, van conservenblikjes tot supertankers, maar ook haar eigen rederij, oliemaatschappij en zelfs bank heeft.
Feit is dat al voor de digitale revolutie de komst van autofocus een aantal fabrikanten heeft gedwongen te stoppen omdat ze deze stap niet konden maken (waaronder Ricoh, Konica, Petri, Zenza Bronica) of die zich ermee vergalloppeerden (waaronder Olympus (hun OM-707 was geen succes), Chinon (idem CP9af) en de digitale camera had dit effect nog sterker (exit Contax & Yashica, Minolta).
Sommige fabrikanten die de AF-boot misten stapten op tijd uit om in het digitale tijdperk hun rentree te maken (Olympus, Ricoh), anderen bezetten tegenwoordig een eigen nichemarkt (Leica, Rollei, Cosina, Minox) maar zie je op de mainstream markt veelal niet terug (Kyocera maakt telefooncamera's).
Het enige film-bedrijf dat van de malaise geen last lijkt te hebben is Fujifilm, maar dat maakt al jaren digitale camera's in zowel de amateur als professionele klasse.