In de tweede helft van 2010 was het aantal malwareprogramma's slechts 6 procent hoger dan in de eerste helft. G Data meldt dat al langer sprake is van een afnemende groei. Daarnaast richten malwareschrijvers zich steeds meer op Java.
In lijn met G Data's verwachtingen was het aantal malwareprogramma's in de tweede helft van het afgelopen jaar met meer dan twee miljoen gestegen ten opzichte van 2009, een toename van 32 procent. Sinds het tweede kwartaal van 2009 is de stijging echter teruggelopen. Ten opzichte van die periode was het aantal malwareprogramma's in de tweede helft van 2010 met slechts 16 procent toegenomen en ten opzichte van de eerste helft van 2010 zelfs met niet meer dan 6 procent, zo meldt G Data.
Adware was met een toename van 66 procent ten opzichte van 2009 de sterkst gegroeide malwarecategorie in de tweede helft van 2010. Malwarefamilies die het hebben voorzien op online-gaming werden in die periode uit G Data's top tien verstoten. Dit komt volgens het bedrijf door nieuwe vormen van malware.
G Data voorspelt dat Java een gewild doelwit blijft voor cybercriminelen in 2011. Botnets blijven ook opduiken en 'combinaties van botnets' zullen wellicht worden toegepast om malwarebestrijders te blijven ontlopen. Het bedrijf waarschuwt daarnaast voor 'hacktivism': cyberspionage en -sabotage die doorgaans onopgemerkt blijft. Sociale netwerken lopen steeds meer risico door locatieafhankelijke diensten, zoals Foursquare, en het afkorten van url's. Cybercriminelen sturen hun aanvallen en malwaredistributie steeds meer in die richting.
Volgens G Data laat malware zoals de Stuxnet-worm zien dat beveiligingsproblemen zich niet beperken tot desktops en server-pc's; industriële faciliteiten lopen eveneens risico. In 2010 zijn er wel veel cybercriminelen en botnets neergehaald. Aan de hand van deze ervaringen concludeert het bedrijf dat internationale samenwerking tussen autoriteiten nodig is om de meeste cybercriminaliteit aan te pakken.