Promovendus Bas Boom van de Universiteit Twente heeft onderzocht hoe gezichtsherkenning door camera's kan worden verbeterd. Hij ontwikkelde twee methodes waarin hij zich respectievelijk richt op de resolutie en de lichtinval.
Om met de huidige gezichtsherkenningssoftware een gezicht te matchen, moeten ogen, neus en mond op een afbeelding zich op dezelfde plaats bevinden als op de afbeeldingen in de database. Het aantal pixels tussen de ogen moet minimaal 50 zijn. Met een van zijn methodes zou dat echter niet meer nodig zijn, concludeert Boom. Door gebruik te maken van het hele gezicht en niet alleen van oriëntatiepunten op het gelaat, zou het voor de software gemakkelijker zijn om de gezichten te matchen met gezichten uit de database. Uit de experimenten zou blijken dat Booms methode bij een resolutie van 32x32 pixels nog steeds goed presteert, zelfs beter dan het handmatig aangeven van de locatie van ogen, neus en mond.
Bij de tweede methode wordt een correctie op de lichtinval toegepast. Het licht op het gezicht wordt genormaliseerd, zodat een gelijkmatig belicht gelaat ontstaat. Ook kan zo een schatting van de 3d-vorm van het gezicht worden gemaakt. Deze 3d-vorm kan zo worden gedraaid dat het niet uitmaakt of de persoon recht in de camera kijkt of niet.
Bas Boom promoveert op vrijdag 3 december aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica van de Universiteit Twente. Hij voerde zijn onderzoek uit binnen de vakgroep Signals en Systems en het onderzoekinstituut CTIT van de Universiteit Twente.