De Amerikaanse stad Cleveland gaat zijn recyclingcontrolesysteem, dat met rfid-chips en barcodes werkt, uitbreiden. Als in de afvalbak van een bewoner meer dan 10 procent recyclebaar materiaal wordt gevonden, krijgt hij of zij een boete.
De combinatie van rfid en barcodes geeft een beeld hoe vaak bewoners hun afval- en gft-bak aan de kant van de straat zetten. Als de recyclebak voor langere tijd niet aan de afvalophaaldienst wordt aangeboden, is dat een indicatie voor de controleurs dat het afval onvoldoende wordt gescheiden. De ambtenaren gaan dan over tot controle van de restafvalbak. Wordt daarin meer dan tien procent recyclebaar materiaal gevonden, dan krijgt de eigenaar van de bak een boete van 100 dollar.
Het project begon als proef in 2007 met 10.000 huishoudens en wordt gefaseerd uitgebreid tot iedere afvalbak die van een rfid-chip is voorzien, schrijft de gemeente. Cleveland investeert dit jaar 2,5 miljoen dollar om dit aantal uit de breiden tot 25.000 huishoudens. Jaarlijks wordt dit aantal met 25.000 uitgebreid totdat alle 150.000 bakken van een chip en barcode zijn voorzien. Ook het wagenpark van de afvalophalers wordt gemoderniseerd. Op dit moment rijden drie vuilniswagens met een op afstand bestuurbare kraanarm rond in Cleveland. Dit aantal wordt met negen uitgebreid.
De stad met ruim 430.000 inwoners produceert jaarlijks 225.000 ton afval, waarvan bijna zesduizend ton wordt gerecycled. De investeringen worden op termijn terugverdiend. Per ton restafval betaalt de gemeente 30 dollar voor verwerking; recyclebaar afval brengt 26 dollar per ton op.