De Europese Commissie heeft de regelgeving rondom bellen op zee geharmoniseerd en vereenvoudigd. De regels garanderen de beschikbaarheid van de gsm-frequenties zonder verstoring van netwerken op het vasteland.
Picocell-basisstations op schepen verbinden de telefoons van passagiers en scheepvaartpersoneel met de telecomnetwerken op het land via satellieten. Als schepen echter door Europese territoriale wateren varen, krijgen de aanbieders van maritieme gsm-diensten te maken met de verschillende nationale telecomwetten van de verschillende landen.
De nieuwe Europese regels harmoniseren de nationale technische en juridische voorwaarden die in de zevenentwintig lidstaten van toepassing zijn. Als bijvoorbeeld rederijen in een bepaald land een licentie hebben voor het aanbieden van gsm-diensten op schepen, zouden ze niet langer aparte licenties voor andere Europese landen nodig hebben.
Het besluit van de Europese Commissie garandeert daarnaast de beschikbaarheid van de 900MHz- en 1800MHz-frequenties voor maritieme telecomdiensten. Diensten op het vaste land zouden ook geen interferentie van diensten op schepen meer moeten ondervinden, zodat bellers op het strand niet per ongeluk verbinding maken met dure connecties via voorbijvarende schepen. De EU stelt namelijk als voorwaarde dat de basisstations op boten die zich binnen 22,2 kilometer van de kust bevinden, alleen benedendeks ingeschakeld mogen zijn. Gsm-gebruikers op schepen zouden diensten op het vasteland kunnen gebruiken als zij zich op maximaal 3,7 kilometer van de kustlijn bevinden. Lidstaten hebben twaalf maanden om de nieuwe regels in hun nationale wetten te implementeren.