HP moet in het Verenigd Koninkrijk een schadevergoeding van 200 miljoen pond betalen aan BSkyB, omdat dochterbedrijf EDS gelogen zou hebben om zo een it-contract binnen te halen. It-dienstverleners vrezen de gevolgen van de uitspraak.
Het mediaconcern BSkyB sleepte de it-dienstverlener EDS - destijds nog een zelfstandig bedrijf - al in 2004 voor de rechter, omdat een upgrade van zijn klantensysteem die door Electronic Data Systems uitgevoerd moest worden, 'jammerlijk' was mislukt. EDS wist de klus bij BSkyB in 2000 binnen te slepen, waarbij de kosten initieel werden geschat op 48 miljoen pond. Het vernieuwen van de systemen door de it-dienstverlener zou volgens BSkyB echter keer op keer zijn vertraagd en bovendien steeds meer zijn gaan kosten. Uiteindelijk besloot het Britse bedrijf om EDS de deur te wijzen en de upgrades zelf uit te voeren. Het project zou BSkyB uiteindelijk 265 miljoen pond gekost hebben.
In de hoop een deel van zijn geld terug te krijgen, sleepte BSkyB de it-dienstverlener voor de rechter. De Britse firma stelde dat EDS ten tijde van de aanbesteding gelogen zou hebben over de kostprijs van het project om zo het contract binnen te halen. BSkyB zou anders de voorkeur hebben gegeven aan PricewaterhouseCoopers, stelt de firma. Na jarenlang procederen heeft het Britse hooggerechtshof BSkyB in het gelijk gesteld. HP, dat in 2008 EDS voor 13,9 miljard dollar overnam en het bedrijf tot HP Enterprise Services omdoopte, moet nu een schadevergoeding van 200 miljoen pond, omgerekend circa 230 miljoen euro, aan BSkyB betalen. HP overweegt in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak, zo meldt The Times Online. Daarvoor heeft het twee weken de tijd.
Advocaten stellen dat de uitspraak in deze zaak grote gevolgen kan hebben voor bedrijven die actief zijn in de it-dienstverlening, omdat zij verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor misleidende kosteninschattingen. Hierdoor is het niet ondenkbaar dat it-dienstverleners terughoudender zullen worden bij het uitbrengen van offertes of het deelnemen aan pitches.