De Californische rechter doet geen uitspraak in een zaak die AT&T-klanten tegen de Amerikaanse National Security Agency hadden aangespannen. De klanten wilden dat de veiligheidsdienst het afluisteren van burgers zou stoppen.
De Californische rechter Vaughn Walker stelt dat het massaal afluisteren van burgers onder de Amerikaanse immuniteitswetgeving valt en daarmee niet door een rechter kan worden beoordeeld. De eisers, allen klant van AT&T, stellen dat de afluisterpraktijken illegaal en ongrondwettig zijn.
De zaak was namens vijf AT&T-klanten aangespannen door de Electronic Frontier Foundation. Volgens de organisatie vormen de afluisterpraktijken van de NSA een ongewenste inmenging in het internet- en telefoniegebruik van de vijf, maar de rechtbank vindt de klachten niet 'individueel' genoeg om die inhoudelijk te kunnen behandelen. Walker stelt dat de privacyschade die eventueel door het afluisteren door de NSA wordt veroorzaakt, niet als 'individuele schade' kan worden beschouwd: als er schade is, zou het gaan om schade die de hele samenleving lijdt, omdat bijna iedereen over internet of telefonie beschikt. Zaken over dit soort collectieve schade kunnen niet door de rechter worden beoordeeld en de Californische rechter ziet zich dan ook niet bevoegd om in deze zaak te oordelen.
De EFF gaat in beroep tegen het besluit, zo heeft de burgerrechtenbeweging aangekondigd. De organisatie zegt bezorgd te zijn om de beslissing van de rechter. "Dit betekent dat zolang de overheid alle Amerikanen maar bespioneert, de rechter niet bevoegd is om daar wat aan te doen, zelfs niet als het afluisteren overduidelijk onrechtmatig is." De rechtszaak tussen de EFF en de NSA loopt sinds december 2008.