Een rechter in de Verenigde Staten heeft geoordeeld dat een werknemer die met kwade bedoelingen toegang zoekt tot een bedrijfscomputer, hierdoor nog niet automatisch schuldig is aan overtreding van de anti-hackwet.
In 2003 had Christopher Brekka, destijds werkzaam bij het bedrijf LVRC Holdings, toegang gezocht tot een computer van dit bedrijf, en zichzelf bestanden met informatie over het bedrijf en de klanten toegestuurd. Deze informatie gebruikte hij later bij het opzetten van een eigen bedrijf. Volgens LVRC had hij met het toegang zoeken tot de informatie de Computer Fraud and Abuse Act overtreden. Weliswaar had hij hiervoor gewoon gebruik gemaakt van de logingegevens die hem door LVRC waren verstrekt, maar het bedrijf beargumenteerde dat zijn bedoelingen slecht waren, en dat de toegang hierdoor ongeautoriseerd was.
Een lagere rechter had deze claim al afgewezen, en de rechters in hoger beroep waren hetzelfde oordeel toegedaan, zo meldt Ars Technica. Volgens het Hof van Beroep had Brekka toestemming om de computer te gebruiken, en welke bedoeling hij daarmee had, was volgens het hof irrelevant. In hun vonnis schreven de rechters: "Een persoon zoekt alleen ongeautoriseerd toegang tot een computer indien hij geen toestemming heeft gekregen om deze voor enig doel te gebruiken, of als de werkgever de toestemming heeft ingetrokken en de werknemer de computer desondanks toch gebruikt."