Een medewerker van het Rensselaer Polytechnic Institute heeft met alternatief halfgeleidermateriaal de karakteristieken van mosfets weten te verbeteren. Hij verving silicium door galliumnitride.
Mosfets schakelen elektronische signalen en worden gebruikt in een groot aantal apparaten, waaronder computerapparatuur zoals moederborden. In een reguliere metal-oxide-semiconductor field-effect transistor wordt de rol van het metaal doorgaans vervuld door silicium. Een alternatief halfgeleidermateriaal, galliumnitride, heeft elektrische eigenschappen die het zeer geschikt maken voor toepassingen waar met hoge stromen en hoge frequenties gewerkt wordt. Tot dusverre werd het materiaal echter niet in mosfets ingezet, maar werden GaN-transistors onder meer in versterkers en laserdiodes gebruikt. Weixiao Huang, van het Rensselaer Polytechnic Institute, verving echter het in mosfets gebruikelijke silicium door galliumnitride en ontwikkelde zo efficiëntere transistors.
De 'ganmosfets' zouden volgens Huang minder energie verliezen bij het schakelen van stromen en de transistors zelf zouden onder extremere omstandigheden functioneren. Het nieuwe type transistor zou tegen hogere temperaturen bestand zijn dan zijn op silicium gebaseerde voorganger en chips met de ganmosfets zouden kleiner kunnen worden en minder energie verbruiken. Bovendien zou het halfgeleidermateriaal voor verregaande integratie van componenten op een chip kunnen zorgen, aldus de op 17 mei promoverende Huang. De met galliumnitride gemaakte mosfets moeten hun weg in een wijd spectrum elektronica gaan vinden: de transistors worden onder meer veelvuldig in transformators gebruikt.
