Belgische universiteiten en onderzoeksinstellingen zijn sinds kort verbonden via een glasnet dat minstens tweehonderd maal sneller is dan de snelste breedbandverbindingen voor particulieren.
Het nieuwe glasnet aangelegd door de overheids-isp Belnet, die speciaal in het leven is geroepen voor computernetwerken voor onderzoeksdoeleinden. Het oude netwerk bood een capaciteit van 2,5Gbps. Die snelheid is nu verviervoudigd, meldt Belnet in een persbericht. Het glasvezelnet bestaat uit 42 naast elkaar liggende lichtpaden - of hogesnelheidssporen, zoals Belnet ze ter illustratie noemt - die desnoods allemaal tegelijk geactiveerd kunnen worden om een topsnelheid van maar liefst 420Gbps mogelijk te maken. Het nieuwe net verbindt 650.000 gebruikers, verspreid over 180 instellingen.
Nu de migratie naar het nieuwe net voor alle gebruikers is afgerond, inventariseert Belnet de vraag naar speciale netwerktoegang. Een aantal universiteiten heeft al aangegeven dat ze de supersnelle verbindingen willen gaan benutten om hun supercomputers aan elkaar te knopen, zodat er rekenkracht en opslagcapaciteit kan worden gebundeld voor het uitvoeren van complexe wetenschappelijke projecten.
Het netwerk is volledig in eigen beheer en met eigen apparatuur aangelegd, zo legt technisch directeur Jan Torreele aan De Standaard uit. Hij wijst erop dat het momenteel nagenoeg onbetaalbaar zou zijn om de genoemde capaciteit bij een commerciële provider te huren. Wel wordt er een gedeelte van het Level 3-datacentrum in Evere gehuurd. De points of presence die het glasnet met de rest van de wereld verbinden, werden door Belnet goeddeels van de Vlaamse en Waalse overheid overgenomen. Het glasnet heeft Belnet in totaal 26 miljoen euro gekost, waarvan 10 miljoen opging aan de 1650 kilometer glaskabel. De vorige netwerkupgrade, van 155Mbps naar 2,5Gbps, vond plaats in 2001.