De Europese Commissie heeft dvb-h maandag officieel tot Europese norm uitgeroepen. De beslissing zorgt ervoor dat lidstaten het gebruik van de mobiele-televisiestandaard moeten aanmoedigen.
Momenteel worden er in zestien Europese landen testen met dvb-h gehouden. In Nederland wil bijvoorbeeld KPN op korte termijn uitzendingen met het systeem gaan verzorgen. In Italië wordt de standaard voor mobiele televisie op dit moment al commercieel geëxploiteerd en verwacht wordt dat dit later dit jaar ook in Finland, Oostenrijk, Frankrijk, Zwitserland en Spanje het geval zal zijn, aldus de EU.
"Voordat mobiele tv in Europa van start kan gaan, moet er zekerheid zijn over de technologie. Daarom ben ik blij dat de EU met deze beslissing, die door de Commissie in nauw overleg met de lidstaten en het Europees Parlement is genomen, dvb-h als de aangewezen technologie voor terrestrische mobiele tv beschouwt", aldus Viviane Reding, Europees Commissaris voor Informatiemaatschappij en Media. Volgens haar zal de volgende stap bestaan uit het zorgen voor eenvoudige vergunningsregelingen en systemen voor rechtenbeheer voor de exploitanten van mobiele tv. De Europese Commissie beschouwt 2008 als een 'doorslaggevend jaar' voor mobiele televisie, mede omdat het Europees Kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen goede gelegenheden zouden bieden om het gebruik van de dienst te bevorderen.
Niet alle lidstaten staan achter de keuze van de EU. Groot-Brittannië, Duitsland en ook Nederland maakten eerder bezwaar tegen de steun voor één standaard. Hoewel dvb-h wereldwijd de meeste aanhang kent, hebben landen als Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten mobiele tv-netwerken op basis van concurrerende technieken uitgerold, zoals DMB of Qualcomms Mediaflo. Ook de GSM Association reageert terughoudend op de beslissing. "De officiële steun zal zijn invloed hebben, maar het is niet zeker dat dvb-h ook de beste standaard is", aldus een woordvoerder van de organisatie.