Met de introductie van triple- en quad-sli probeert nVidia in het high end-segment het onderste uit de kan te halen. Het Duitse PCGH kreeg een testsysteem met drie XFX Geforce 8800 Ultra's in handen en wist Crysis op de knieën te krijgen.
Behalve drie GeForce 8800GTX- of Ultra-videokaarten en een uit de kluiten gewassen voeding heeft een gebruiker met sli-aspiraties een moederbord nodig met drie pci-express-x16-sloten en een Nforce680i-chipset. Ook moet Windows Vista van de nodige patches worden voorzien om het trio goed aan de gang te krijgen; XP mankeert vooralsnog de benodigde Forceware-bètadrivers.
De reviewers prikten de drie 8800 Ultra's in de sloten van een Asus P5N32-E SLI-moederbord. In de cpu-socket was een Intel Core 2 Quad Q6850 gemonteerd. De Crysis-benchmark werd in 'very high'-modus gedraaid met een gekozen resolutie van 1920x1200 pixels en zonder anti-aliasing of anisotropic filtering. Het sli-trio wist de framerate van een onspeelbare 14,8fps bij het gebruik van een enkele 8800 Ultra op te krikken tot 37,9fps. Bij het 'benchen' van Unreal Tournament 3 sorteert het toevoegen van een derde videokaart aanzienlijk minder effect, terwijl de spellen Fear en Company of Heroes juist weer meer profiteren van de extra paardenkrachten.
Concluderend stelt PCGH vast dat gamers die het geld investeren in drie grafische krachtpatsers beloond worden met uitstekende prestaties. De reviewers zijn verder wel nog benieuwd hoe de 'alternate frame rendering'-methode die nVidia gebruikt om de werklast over de kaarten te verdelen, zich manifesteert als er vier krachtpatsers in een quad-sli-opstelling zouden worden gebundeld.
:fill(white)/i/1197560657.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1197560658.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1197560659.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1197560660.jpg?f=thumb)