Op de Game Developers Conference te San Francisco heeft Codeplay een demonstratie gegeven van zijn Sieve-systeem, een C++-extensie voor parallel programmeren. Hoewel de informatie over de demo beperkt is, lijkt het systeem veelbelovend.
Hoewel moderne pc's steeds vaker over meer dan één rekenkern beschikken, is er nog maar weinig software geschikt om die functionaliteit te gebruiken. De meeste programmatuur is nog altijd gebaseerd op een sequentiële verwerking van de instructies, en heeft dus geen baat bij extra processors, cores of shaders. Bovendien is het schrijven van code die efficiënt van extra rekeneenheden gebruikmaakt bepaald niet triviaal. Codeplay beweert dat het voor beide problemen een oplossing heeft: met de Sieve-software hoeft een programmeur alleen nog maar aan te geven welke code geschikt is voor parallelle verwerking. De uitvoering van deze zogeheten 'Sieve-blokken' kan, als de compiler er overheen is gegaan, over een willekeurig aantal rekeneenheden worden verdeeld.
De code die parallel uitgevoerd mag worden, wordt door Codeplays Sieve-extensie geanalyseerd op variabelen die van andere stukken code afhankelijk zijn. Deze gegevens, gedefinieerd als 'data die buiten de scope van het Sieve-blok gedefinieerd is', mogen pas na uitvoering van de geparallelliseerde blokken gewijzigd worden. Het systeem kan code bakken voor x86-processors, de Ageia PhysX-natuurkundeprocessor en de in Sony's PS3 aanwezige Cell-processor. Een korte kennismaking is in pdf-formaat van de Codeplay-site te downloaden; voor hardcore-informatici is tevens een paper met de semantiek beschikbaar.
Op de Game Developers Conference werd een drietal tests uitgevoerd; CRC, Julia Ray Tracing en matrixvermenigvuldiging, die op twee quadcore Intel Xeon 5300-processors, oftewel op acht rekenkernen, werden uitgevoerd. Dat leverde winsten op van respectievelijk 739%, 789% en 660% op ten opzichte van het gebruik van een enkele core. Op een singlecoremachine bleek de geparallelliseerde code wel iets langzamer dan de sequentiële variant, maar met prestatieverliezen tussen de één en zes procent lijkt de performance hit erg mee te vallen. Hoewel er verder nog weinig over de gedraaide benchmarks bekend is, is de belangstelling voor oplossingen voor het efficiënt benutten van multicorearchitectuur groot. Het lijkt dan ook wel zeker dat Codeplay een systeem heeft om scherp in de gaten te houden.