Een echte onbezorgde vakantieperiode zit er voor ongeveer tweederde van de hoger opgeleide Nederlandse werkenden niet in; zij zijn tijdens hun vakantie bereikbaar voor het werk, al dan niet omdat de baas dat vraagt. Circa een vijfde van degenen die bereikbaar moeten zijn geeft aan dat dat tot stressgevoelens leidt. Dat blijkt uit onderzoek van Ernst & Young in het kader van hun zogenaamde ICT Barometer. Ten opzichte van vorig jaar zou de mate waarin tijdens de vakantie wordt gewerkt met tien procent zijn gegroeid. De verwachting is dat dit nog verder zal toenemen, doordat het gebruik van mobiele telefoon, laptop en pda in steeds meer beroepsgroepen vanzelfsprekend wordt. De apparaten worden vaak door de werkgever ter beschikking gesteld, wat een zekere druk op werknemers zou leggen om deze ook buiten de officiële werktijd voor het werk te gebruiken.
De 'vakantiewerkdruk' is in het midden- en kleinbedrijf het grootst. Vier van de tien hoger opgeleiden in het MKB gaf aan dat van hen wordt verwacht dat ze bereikbaar zijn tijdens hun vakantie. In het algemeen geldt dat voor bijna een kwart van de ondervraagden. Zoals aangegeven leidt dat bij twintig procent tot stress, maar zevenentwintig procent ervaart het omgekeerde: zij worden juist onrustig als ze níet bereikbaar zijn. De meeste ondervraagden, ruim zestig procent, hebben het liefst een onbezorgde vakantie en vinden het onwenselijk om bereikbaar te moeten zijn. Niettemin checkt zeventig procent tweemaal per week zijn e-mail. Daarnaast wordt gemiddeld eens in de tien dagen contact gezocht met het werk. Ernst & Young concludeert dat de communicatietechnologie ertoe leidt dat de grens tussen werk en vrije tijd langzaam vervaagt.