Social-networkingsite Friendster heeft een patent toegewezen gekregen op het gebied van sociale netwerken. Het patent behelst de basisstappen van het deel uitmaken van een sociaal netwerk, waaronder het uitwisselen van persoonlijke beschrijvingen en relaties met andere gebruikers en het in kaart brengen van de graad van een contact. Kent Lindstrom, president bij Friendster, vindt het nog te vroeg om te zeggen of het bedrijf licentiekosten gaat opeisen bij zijn concurrenten of zelfs naar de rechter zal stappen. 'Maar we zullen er alles aan doen om ons intellectueel eigendom te beschermen', aldus Lindstrom. Het patent komt op een moment dat Friendster net weer lijkt op te krabbelen uit een dal. Eind 2004 verlieten veel sociale netwerkers de site om naar concurrerende sites als MySpace over te stappen. Afgelopen februari kreeg het bedrijf een kapitaalinjectie waardoor het uit de schulden kwam en geld had om een nieuw ontwikkelteam te vormen.
Friendster heeft volgens Lindstrom nooit winst opgeleverd, maar lijkt dat binnenkort wel te gaan doen. In de Verenigde Staten wordt er geld verdiend met advertenties en in Azië met sms-jes, die gebruikers laten weten als er vrienden online zijn. Het toegewezen patent kwam volgens Lindstrom als een verrassing. 'We waren het bijna vergeten'. Het bedrijf heeft nog elf andere patentaanvragen in de pijplijn zitten. Concurrerende 'social networks' waren niet bereikbaar voor commentaar. Wel hebben de oprichters van LinkedIn en Tribe.net ook een patent in handen dat ze in 2003 van het ter ziele gegane Six Degrees of Separation hebben gekocht. Het Amerikaanse octrooibureau vond dat de patenten elkaar niet overlapten. De belangrijkste voorwaarde van het Friendster-patent is dat er een graad van bekendheid is: je kunt niet met iemand in contact komen die niet iemand anders kent die jou ook kent.