De Nederlandse jeugd is massaal aan de gsm, zo blijkt uit het zogenaamde 'tweeniesonderzoek'. Dit onderzoek is uitgevoerd onder vierhonderd kinderen in opdracht van Orange naar aanleiding van het Kids & Telecom congres in Den Haag. Honderd jongens en honderd meisjes van zowel de basisschool als de middelbare school werden ondervraagd over het gsm-gebruik. Van deze kinderen tussen de 10 en 14 jaar heeft 89 procent een mobieltje. Eenderde van de ondervraagde groep kan zich geen leven zonder mobieltje meer voorstellen. Deze gsm wordt vooral gebruikt om te sms'en en minder om te bellen.
Bijna de helft, 49 procent, van de jongeren geven aan dat ze het meest met hun gsm sms'en. Bellen wordt het meest gedaan door 35 procent en spelletjes spelen is met 25 procent ook een populaire bezigheid. Als er toch gebeld wordt dan is dat vooral om de moeder te vertellen waar ze zijn. Behalve bellen en sms'en wordt het mobieltje dus ook veel gebruikt voor het spelen van spelletjes. Met name de jongens doen dit graag, de meiden sms'en liever. Op basis van de resultaten van het onderzoek wil Orange zich meer gaan richten op de jeugd. Het bedrijf vindt dat het een verantwoordelijkheid heeft jegens de jonge gebruikers.
