De mensen van AMD Zone wisten hun handen te leggen op een AMD Opteron-processor en hebben deze processor aan een benchmark met het distributed computing-programma SETI@Home onderworpen. Het draaien van deze benchmarks leverde echter nog enkele problemen op: Zo had de schrijver van het artikel geen rekening gehouden met het verschillen in grootte en in "zwaarte" van SETI@Home workunits. Een oplossing vond men door de SETI@Home-benchmarktool van ArsTechnica te gebruiken. Doordat met dit programma slechts één workunit wordt getest, neemt de totale betrouwbaarheid van de test echter wel iets af.
De schrijver legt dan ook vooral de nadruk op het feit dat de test puur als een indicator voor het verschil tussen 64bit- en 32bit-processors moet dienen. Op een MSI K8D Master-F moederbord wordt een AMD Opteron 244 (1,6GHz) geprikt, waarna men de recenste stabiele versie van SuSe en de SETI@Home 3.08 linuxclient gebruikt om te testen. Zowel de x86-64 als de i686-versie van het programma worden gebruikt om te testen. Een AMD Athlon XP 1800+ wordt ter indicatie meegetest.
Opvallend is dat uit de test blijkt dat de x86-64 versie langzamer is dan de i686-versie. Een verklaring hiervoor noemt de schrijver van het artikel de mogelijkheid dat SETI@Home geen SIMD-instructies gebruikt. De schrijver durft zelfs te stellen dat SETI@Home waarschijnlijk zeer weinig veranderingen heeft toegepast in de code ten opzichte van de i386-versie. Dit om de resultaten accuraat te houden en de versies beter op elkaar af te stemmen. Tot nu toe heeft de schrijver echter nog geen SETI@Home-medewerker kunnen bereiken om hier commentaar op te kunnen geven.