Accupionier John B. Goodenough is overleden. De scheikundige wetenschapper was een van de belangrijkste ontwikkelaars van de lithiumionbatterij. Zijn werk was vooral belangrijk voor het verbeteren van de efficiëntie van die batterijen. Goodenough werd honderd.
Goodenough is zondag overleden op honderdjarige leeftijd, schrijft de Universiteit van Texas, waar hij sinds de jaren tachtig werkte als hoogleraar. Goodenough was een van de belangrijkste grondleggers van de lithiumionbatterij. Hij ontdekte in 1979 dat lithium en kobaltoxide als kathode voor batterijen konden werken om zo een hoge energiedichtheid te verkrijgen. Hoewel er toen al geruime tijd werd gewerkt aan batterijtechnologie, was het vooral dit inzicht dat batterijen commercieel succesvol kon maken. Door Goodenoughs ontdekking konden batterijen een hogere spanning bereiken, werden ze stabieler en was het mogelijk om ze kleiner en dus geschikt voor huishoudelijke apparaten te maken. Toen Sony in 1991 de lithiumionbatterij op de markt bracht, was Goodenough degene die daar het prototype voor leverde.
Ook in de rest van zijn carrière bleef hij werken aan accutechnologie. De laatste jaren werkte Goodenough aan een glasbatterij, waarbij glas naast lithium als elektroliet wordt gebruikt.
In 2019 ontving Goodenough de Nobelprijs voor scheikunde voor zijn batterijwerk. Hij was toen 97 jaar en de oudste persoon die de prestigieuze wetenschappelijke prijs ooit mocht ontvangen. Goodenough was daarnaast een van de eersten die in het Lincoln Lab van MIT werkten aan de bouwstenen voor ram in computers.