Scholen in Vlaanderen mogen ouders wel opleggen een bepaald type laptop aan te schaffen, maar niet verplichten dat ook via de school te doen. Dat bepaalt de Commissie Zorgvuldig Bestuur nadat ouders klaagden over de verplichte aanschaf van de laptops.
Het oordeel van de commissie maakt duidelijk dat ouders van schoolgaande kinderen geen laptop van een partner van de school hoeven aan te schaffen. Wel mag het om het opleggen van een bepaald type laptop gaan, zoals een Windows-laptop of Chromebook. Of scholen ook een bepaald merk mogen verzoeken, blijkt volgens Het Nieuwsblad niet uit de beslissing van de commissie.
Die beslissing is genomen op basis van twee klachten van vier ouders. Die maakten bezwaar tegen de verplichte aankoop van een laptop, terwijl ze zelf al een laptop hadden. Bij een van de scholen ging het om een laptop van 774 euro. In de klacht werd benadrukt dat sommige ouders het al moeilijk hadden door economische omstandigheden of werkloosheid.
De verplichte aankoop volgt uit het Digisprong-plan van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, ook al werd daar ook over 'bruikleen' gesproken. Het doel is om 'gratis' laptops te verstrekken aan leerlingen vanaf het vijfde leerjaar. Daarvoor zou 290 euro per leerling in het lager en 510 euro in het secundair onderwijs vrijgemaakt worden. In de praktijk bleek volgens Nieuwsblad dat ouders alsnog met flinke kosten geconfronteerd werden.
Ook was er al het voorbeeld van een school die veel minder korting gaf op de laptop dan de voorziene 510 euro: de korting bedroeg slechts 255 euro op een laptop van 774 euro. Het ministerie gaat daarom strenger controleren op de besteding van het gereserveerde Digisprong-geld. Nog lang niet alle Vlaamse scholen hebben het plan voor verplichte laptops tot uitvoering gebracht: ze hebben tot eind volgend schooljaar om die te bestellen.