Het Hof van Justitie van de EU heeft bepaald dat het systematisch registreren van IP-adressen van gebruikers van peer-to-peernetwerken die mediabestanden delen, onder voorwaarden is toegestaan. Het gaat hier om het verzamelen van namen en adressen voor een schadevordering.
In deze zaak draait het om het bedrijf Mircom, dat bij de Antwerpse ondernemingsrechtbank een verzoek om infomatie heeft ingediend tegen de provider Telenet. Mircom wil hiermee afdwingen dat Telenet aan de hand van een aantal IP-adressen identificatiegegevens van Telenet-klanten overhandigt. Het gaat om IP-adressen die een gespecialiseerd bedrijf voor Mircom heeft verzameld. Mircom is de houder van de intellectuele-eigendomsrechten en wil de gegevens gebruiken om schadevorderingen in te stellen jegens de individuele gebruikers. Telenet verzette zich tegen dit verzoek, onder meer omdat Mircom de rechten niet exploiteert.
In zijn beoordeling verduidelijkt het Hof dat het uploaden van bestanden via een peer-to-peernetwerk een openbaarmaking oplevert en dus in strijd met het auteursrecht kan zijn. Het Hof zegt dat de gebruiker geen minimaal aantal onderdelen van een bewust mediabestand hoeft te downloaden en dat er al sprake is van beschikbaarstelling aan het publiek als hij toegang verleent tot de beschermde werken, mits hij daarbij volledige kennis heeft over de gevolgen hiervan. Volgens de rechters wordt hiermee een goede balans aangebracht tussen de grondrechten van intellectuele-eigendomsrechten en die van de gebruikers.
Daarnaast stelt het Hof dat het een bedrijf als Mircom is toegestaan om een schadevergoeding bij de vermeende inbreukmakers te vorderen, mits er bij een dergelijk verzoek geen sprake is van misbruik. Het Hof onthoudt zich van het geven van voorbeelden om gevallen van misbruik helder te krijgen; de rechters verwijzen daarvoor naar de verwijzende, Belgische rechter. Het is dus aan de nationale rechters om te bepalen of en zo ja wanneer er sprake is van misbruik. Daarbij kan gedacht worden aan het instellen van een rechtsvordering terwijl er eerder een onderlinge schikking werd geweigerd.
Tot slot onderstreept het Hof dat het systematisch registreren van IP-adressen niet in strijd is met het EU-recht. Dat geldt ook voor het meedelen van de namen en postadressen van de gebruikers aan een partij om een schadevergoeding in te kunnen stellen. Dergelijke handelingen moeten echter wel 'gerechtvaardigd en evenredig' zijn en mogen geen misbruik maken van de feiten en omstandigheden. Het Hof merkt daarbij op dat het EU-recht 'geen verplichting inhoudt om persoonsgegevens aan
particulieren mee te delen met het oog op de civielrechtelijke vervolging van inbreuken op het
auteursrecht. Het Unierecht staat de lidstaten evenwel toe een dergelijke verplichting op te leggen'.
Met dit oordeel van de EU-rechter zal de zaak worden terugverwezen naar de Antwerpse ondernemingsrechtbank om een uitspraak te doen. Dit oordeel van het Hof van Justitie betreft een uitleg van het EU-recht, wat de Belgische rechter zal gebruiken om tot een oordeel in de zaak te komen. Zo vroeg de Belgische rechter aan het Hof van Justitie of het rechtmatig is om de door Mircom aan Telenet gevraagde gegevens te verstrekken.