Een wetenschapper van de Eindhovense universiteit TU/e heeft, samen met collega's van het Italiaanse Technologie-instituut en de Stanford-universiteit, een kunstmatige synaps ontwikkeld en getest met levende neuronen.
De onderzoeker, Yoeri van de Burgt, had eerder al werkende samples gemaakt van de kunstmatige synapsen, de structuren van neuronen die voor signaaloverdracht tussen neuronen verantwoordelijk zijn. Al in 2017 werd de eerste versie gemaakt en twee jaar later, in 2019, werd een klein netwerk met negen synapsen gebouwd. De onderzoekers publiceren in Nature Materials hoe hun synapsen interacteren met levend weefsel en zo gebruikt kunnen worden om signalen van neuronen uit te lezen.
De kunstmatige synapsen zijn uniek omdat ze, anders dan bestaande methoden om de activiteit van neuronen te detecteren, niet elektrisch, maar elektrochemisch functioneren. Daarmee lijkt hun werking veel meer op die van echte synapsen, waar neurotransmitters de afstand tussen twee neuronen overbruggen. Bovendien hebben de kunstmatige synapsen het vermogen om te leren, waardoor het bijzonder energiezuinige proces waarop neuronen informatie verwerken, geëmuleerd zou kunnen worden.

De synaps bestaat uit twee elektroden van zachte polymeren die biocompatibel zijn. Tussen de elektroden zit een met elektrolyt gevulde geul. Als een levende neuron op een van de elektroden wordt geplaatst en neurotransmitters afgeeft, worden aan die elektrode ionen gevormd die op hun beurt door de geleidende geul bewegen en bij de tweede elektrode een verandering in diens geleidbaarheid veroorzaken. Zo verandert de potentiaal van die elektrode en wordt het signaal overgebracht.
Omdat niet alle lading bij de ontvangende elektrode verdwijnt, blijft de geleidbaarheid permanent beïnvloed, waardoor een zwakker signaal voldoende zou zijn om de elektrode of synaps opnieuw te triggeren. Dit lerend vermogen van de kunstmatige synapsen werd getest met neuronen van ratten die dopamine als neurotransmitter gebruiken.
Hoewel de wetenschappers aangeven dat het onderzoek nog in een zeer vroeg stadium is, zouden de kunstmatige synapsen op termijn gebruikt kunnen worden om elektronica, waaronder protheses, te laten communiceren met neuronen. Dankzij het zelflerend vermogen zouden algoritmes die nu nog nodig zijn voor signaalverwerking, met de nieuwe synapsen overbodig kunnen worden. De signalen zouden door het lerende neurale netwerk automatisch op basis van biofeedback kunnen worden aangepast.