Prima als je mij wilt uitdagen om in de literatuur te duiken, want ik ken de materie en ik heb de literatuur gelezen, en ik leg het je graag uit.
Inmiddels bestaat er een redelijk dekkend mobiel datanetwerk sinds de jaren '80, in het begin met 1G en later met de nieuwere technieken. Sinds die tijd is er altijd een angst geuit voor de gevaren van de straling die het oplevert en is er voortdurend onderzoek gedaan, en vooralsnog is er geen onderzoek geweest dat heeft geconcludeerd dat er een substantieel gezondheidsgevaar is. In 1996 heeft de WHO zelfs het Internationaal EMF project op touw gezet om de mogelijke gezondheidsgevaren voor de hele range van 0-300GHz te bepalen. Om de website te citeren:
Extensive research has been conducted into possible health effects of exposure to many parts of the frequency spectrum. All reviews conducted so far have indicated that exposures below the limits recommended in the ICNIRP (1998) EMF guidelines, covering the full frequency range from 0-300 GHz, do not produce any known adverse health effect.
.
Toch staat elektromagnetische straling in lijst 2B van de International Agency for Research on Cancer (IARC), een organisatie onder de vleugels van het WHO.
Hier is het artikel waarin staat beschreven wat de motivatie is voor de Groep 2B classificatie. Groep 2B wordt beschreven als:
The agent is possibly carcinogenic to humans.
There is limited evidence of carcinogenicity in humans and less than sufficient evidence in experimental animals. It may also be used if there is inadequate evidence in humans but sufficient evidence in experimental animals. Occasionally, an agent (or mixture) may be placed in group 2B if there is inadequate evidence in humans and less than sufficient evidence in experimental animals but there is supporting evidence of carcinogenicity from mechanistic and other relevant data. An agent or a mixture may also be classified in this category solely on the basis of strong evidence of carcinogenicity from mechanistic and other relevant data.
Deze classificatie komt voort uit één onderzoek dat op het congres is beschouwd dat de eerder gelinkte publicatie van de IARC tot gevolg had. Dat onderzoek is
hier te vinden. Het betrof een onderzoek naar de locatie van glioma's, een specifiek soort hersentumor, en of er kon worden vastgesteld of de glioma's vaker voorkomen in het deel van de hersenen dat door telefoongebruik meer zou zijn blootgesteld aan elektromagnetische straling. In de conclusie is beschreven:
In the case-case analyses, tumors were located closest to the source of exposure among never-regular and contralateral users, but not statistically significantly. In the case-specular analysis, the mean distances between exposure source and location were similar for cases and speculars. These results do not suggest that gliomas in mobile phone users are preferentially located in the parts of the brain with the highest radio-frequency fields from mobile phones.
De basis waarop elektromagnetische straling tot 300GHz tot groep 2B behoort, berust dus op een onderzoek waaruit een niet statistisch significante (wat wilt zeggen: de resultaten kunnen ook het resultaat zijn van een toevalligheid) correlatie is waargenomen tussen de locatie van glioma's en de blootstelling aan elektromagnetische straling in de buurt van het oor. Voor alle andere vormen van kanker zijn geen adequate resultaten uit onderzoek beschikbaar. De classificatie als groep 2B is dan ook hoofdzakelijk bedoeld om meer onderzoek te stimuleren, en, zoals het artikel zelf ook beschrijft, het beperken van de straling totdat er wel sluitend bewijs is van de gevolgen van elektromagnetische straling op de gezondheid.
2B betekent zoveel als 'er zijn wetenschappelijke resultaten beschikbaar, waarmee niet sluitend kan worden bepaald dat dit niet kankerverwekkend is'. Groep 3 is de groep waarvoor eenvoudigweg te weinig data of uberhaupt geen data beschikbaar is, en alleen Groep 4 beslaat de stoffen waarvan met grote aannemelijkheid kan worden gezegd dat de stoffen niet kankerverwekkend zijn. Interessant om te weten: er zijn op dit moment
geen stoffen in Groep 4. Groep 2B betekent dus eigenlijk niets, behalve dat er veel data beschikbaar is en dat op basis van die data het niet kan worden uitgesloten dat het kankerverwekkend is. Maar tussen 'het kan niet worden uitgesloten' en 'het is aannemelijk dat' zit een gigantische kloof. Er kan ook niet worden uitgesloten dat er morgen een gigantische meteoor in de aarde boort.
Ook is het misschien leuk om te weten wat er dan precies nodig is om iets in de lijst 2A te laten opnemen, waarbij de beschikbare resultaten wél voldoende aanleiding geven om aan te nemen dat iets kankerverwekkend is. Daarvoor moet statistisch significant kunnen worden aangetoond dat iets kankerverwekkend is bij dieren, en moet er beperkte data beschikbaar zijn bij mensen waaruit in ieder geval een trend naar een verhoogte kans op kanker
mogelijk wordt gemaakt (hoeft niet eens
aannemelijk te zijn), of moet bekend zijn dat het mechaniek waarmee de blootstelling werkt vergelijkbaar is met andere vergelijkbare stoffen en/of stralingen waarbij het verhoogd risico op kanker aannemelijk is bestempeld. Wat er zoal in Lijst 2A staat:
- High-temperature frying, emissions from
- Red meat
- Very hot beverages at above 65 °C (drinking)
Dus het is aannemelijker dat het drinken van een kop koffie kanker veroorzaakt dan de elektromagnetische straling.
Oh, en om een aantal leuke voorbeelden van lijst 1, waarbij het verhoogd risico op kanker is aangetoond:
- Smokeless tobacco
- Wood dust
- Alcoholic beverages
- Estrogen-progestogen oral contraceptives (combined) (de pil, dus)
Het lastige is dat wetenschappelijk Engels een hele andere interpretatie vraagt dan zoals je in een normaal gesprek zou verwachten. Het is namelijk geheel wetenschappelijk correct om te zeggen "Het is niet uit te sluiten dat, als jij zometeen in je auto stapt om naar de supermarkt te gaan, jij een dodelijk ongeluk krijgt". Feitelijk waar, want de mogelijkheid bestaat dat je geschept wordt door een andere bestuurder. Maar als ik jou op werk zou zeggen 'Joh weet je wel zeker dat je in de auto stapt? Het valt niet uit te sluiten dat je een dodelijk ongeluk krijgt!', dan krijg jij het gevoel dat ik een reden heb aan te nemen dat dat staat te gebeuren.
En dat is het grote verschil: "Het valt niet uit te sluiten" staat mijlenver af van "het heeft er alle schijn van dat het zo is".
Het complexe in de stralingsdiscussie is dat het onmogelijk (en daarmee bedoel ik daadwerkelijk: onmogelijk) is om sluitend bewijs te verkrijgen over dit onderwerp. We hebben geen tweede aardbol waarop geen elektromagnetische straling bestaat waarvan we de data kunnen vergelijken en tot sluitende conclusies kunnen komen. De enige manier waarop we ons onderzoek kunnen baseren is het vinden van een breuk in een langdurige trend die statistisch significant is. En statistische analyses hebben een venijn, namelijk dat zij nooit 100% sluitend kunnen zijn. De aannemelijkheid kan heel groot zijn, dat maakt ze nog steeds niet sluitend. Daar komt nog bij dat er bij 5G nog het argument bestaat dat sommige trendbreuken jaren, zoniet decennia nodig hebben om aantoonbaar te worden. En dat is op zich geen onwaarheid: stel dat de straling schadelijk zou zijn bij langdurige blootstelling, dan kan het goed wezen dat er pas over 40 jaar een stijgende lijn in het aantal kankergevallen merkbaar wordt (waarvan dan ook nog eens moet worden bepaald of dat daadwerkelijk aan straling te wijten is, of dat kanker sowieso vaker voorkomt bij een steeds ouder wordende populatie). EMF zal dus altijd 'waarschijnlijk onschadelijk' blijven, tot het tegendeel wordt bewezen. De onschadelijkheid kan nooit sluitend worden bewezen, en dat laat ruimte voor sceptici die hun hele ziel en zaligheid in die statistische marge werpen in de overtuiging dat de 99% zekerheid ernaast zit.
Dus je stelling:
Als je al een consensus zou willen aanwijzen dan is het dat het op dit moment mogelijk is dat de straling problematisch is. Ik heb geen onafhankelijke instantie met enige autoriteit kunnen vinden die momenteel overtuigd is dat het veilig is.
Dekt niet helemaal de lading van de classificatie in groep 2B. Het is mogelijk, maar allerminst aannemelijk. Het onderzoek dat er is, laat geen neiging naar een verhoogd risico op kanker zien. Het sluit het echter vooralsnog niet volledig uit, want er is geen sluitend bewijs dat het niet carcinogeen is. En dat sluitend bewijs gaat er dus ook nooit komen, want sluitend bewijs bestaat niet in statistisch onderzoek. Het weinige onderzoek dat stelt dat er mogelijk een correlatie is, stelt zelf ook in de conclusie dat de behaalde resultaten niet statistisch significant zijn en moeten worden onderworpen aan heronderzoek, en dat er op basis van deze resultaten geen aanleiding zou zijn om aan te nemen dat er een verband is tussen het gebruik van de mobiele telefoon, en een grotere kans op een glioma in het gebied wat meer straling opvangt.
En dat brengt mij op de bejegening die je eerder in je bijdrage doet:
Daarmee ga je dan zelf in tegen de wetenschappelijke objectieve insteek waar je zo'n voorstander van zegt te zijn.
Helemaal niet dus. Ik ben ook bekend met de classificering Groep 2B van niet-ionizerende straling door de IARC en ik sta voor de volle 100% achter die classificering. Waar het echter spaak loopt is dat de interpretatie van wat een plaatsing in groep 2B betekent door heel veel mensen verkeerd wordt begrepen. En ik kan dat best begrijpen: in een normale context klinkt 'het is mogelijk' of 'het valt niet uit te sluiten' als een factor om rekening mee te houden dat het zomaar eens zou kunnen gebeuren, of dat het zomaar eens zo zou kunnen zijn.
Ik doe een wetenschappelijke opleiding en ik heb al een hele hoop publicaties doorgelezen. In de wetenschap betekent 'het valt niet uit te sluiten' meer iets in de richting van 'onze resultaten laten geen verband zien, maar omdat het statistisch onderzoek is, is er een marginale kans dat onze resultaten het gevolg zijn van een toevalligheid en daarom kunnen we niet zeggen dat er geen verband is, want we kunnen dat niet met 100% zekerheid zeggen'. Dit is waar de P-factor in onderzoeken belangrijk is. De P-factor geeft aan wat de kans is dat de resultaten het gevolg zijn van een toevalligheid. Een P-factor van 5% betekent dus dat er een 5% kans bestaat dat de resultaten het gevolg zijn van een toevalligheid. Of anders gezegd: Mocht hetzelfde experiment nog 20 keer herhaald worden, dan zou je naar verwachting 1 onderzoek hebben van de 20 waarin de conclusie afwijkt van de rest.
En dan komt daar nog bij dat er in een statistische analyse met een aanvaardbare P-factor slechts een statistisch significante correlatie aannemelijk kan worden gemaakt. Maar een correlatie wilt nog niet zeggen dat er ook een causaal verband is, of dat het een andere niet-willekeurige factor verbonden aan blootstelling aan EMF de oorzaak is van het statistisch verband. De onderzoeken naar glioma's die gedaan zijn, waren vooral gericht op welke helft van de hersenen de glioma's voorkomen, en aan welk oor de patient zijn telefoon het liefste houdt. Maar om maar een suggestie te doen: zou het kunnen zijn dat welke hand dominant is invloed heeft op de kans op een glioma in die hersenhelft? Rechtshandige mensen houden bij voorkeur de telefoon met de linkerhand vast (zodat de dominante hand vrij is om ondertussen te kunnen schrijven/muizen op de computer/enz.). Zou het zo kunnen zijn dat rechtshandigheid ook een correlatie heeft met de locatie van glioma's? Zijn die resultaten vergelijkbaar?
Het ontdekken van een correlatie is slechts het begin van een wetenschappelijk onderzoek. Zeker in dit geval is het belangrijk om de causatie te ontdekken: wat zorgt er precies voor de ongelijke verdeling van de plaats van glioma's in het hoofd? Is dat inderdaad te wijten aan blootstelling aan EMF, of ligt er een andere factor aan ten grondslag? Was de ongelijkheid van de plek van de glioma's altijd al een ding, of is die ongelijkheid ontstaan sinds de toename van de populariteit van mobiele telefonie? Al deze zaken blijven in het ongewis, terwijl dat cruciale data is om het aannemelijker te kunnen maken dat EMF iets te maken zou kunnen hebben met hersentumoren. En daarom is dan ook de conclusie van alle onderstaande onderzoeken naar glioma's van gelijksoortige aard: Er valt op basis van de gemeten resultaten geen conclusie te trekken of blootstelling aan EMF aan het oor effect heeft op de plaats van glioma's, er is meer onderzoek nodig. Dat is dan ook de enige juiste conclusie die eraan gegeven kan worden: de data laat zien dat de glioma's niet 50/50 verdeeld zijn tussen rechts en links, maar we weten niet waardoor dat komt.
Hieronder heb ik overigens de onderzoeken naar glioma's die zijn beschouwd in de conferentie waarin de Groep 2B status voor EMF is bepaald:
https://watermark.silverc...MMrF5RoHr4e7dVoYzZP7RZ5NI
https://oem.bmj.com/content/68/9/631
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21659468
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21862434
[Reactie gewijzigd door naarden 4ever op 22 juli 2024 22:28]