Leuk marketing verhaal, meer niet.
In feite is alles rond consumenten-televisies marketing.
Het ultieme doel van (televisie-)schermen is dat het beeld eruit ziet alsof je door een raam kijkt. Het enige verschil tussen door een raam kijken en naar een scherm kijken zou moeten zijn dan dat bij een scherm het perspectief niet veranderd wanneer je je hoofd heen en weer beweegt (blijft immers 2D).
De standaarden voor hoog dynamisch bereik maken het mogelijk om voldoende informatie (metadata) in het 'video-signaal' te stoppen zodat het beeld vrijwel volledig natuurgetrouw weergegeven
KAN worden.
Daar komt de eerste marketingtruc om de hoek kijken die televisie-fabrikanten gebruiken:
in de specs staat dat de TV een HDR-standaard ONDERSTEUNT, en niet dat de TV HDR kan WEERGEVEN.
Het ondersteunen van een HDR-standaard, of dit nu HDR-10/10+ of Dolby Vision is, houdt in dat de TV het 'video-signaal' en de daarin opgenomen metadata kan verwerken, maar
niet dat de TV het beeld ook daadwerkelijk kan weergeven zoals beschreven in de HDR-metadata.
Verder is er weinig of geen content beschikbaar die volgens de HDR-standaarden gemastered is. Er is zelfs slechts mondjesmaat content beschikbaar die UHD/4K gemastered is. De meest gebruikte bronnen voor video-content (lineaire TV, Netflix, Youtube) distribueren de content in het beste geval als FHD-1080p, waarbij de grootste providers van lineaire televisie (Ziggo, KPN) de HD-kanalen zelfs in FHD-1080i distribueren.
Een native 4K-paneel in een televisie is daarom al pure marketing, simpelweg omdat slechts een zeer beperkt aantal van die televisies ooit gevoed gaat worden met daadwerkelijke UHD/4K-content.
Nu heeft Samsung een nieuwe marketing-gimmick verzonnen: een TV met nagenoeg geen schermranden. Niet meer, niet minder. Boven de €800 voor een huiskamertelevisie (55" tot 70") ga je toch echt alleen betalen voor gimmicks die in het dagelijks gebruik nooit van toepassing zijn voor de gemiddelde consument.
Wat dan te kiezen? LCD, inclusief Samsung-Qled, heeft storende bijverschijnselen zoals gebrekkig contrast, 'blooming' (een 'ring/halo' van licht rond lichte objecten op het scherm, met name ondertiteling in de zwarte balk), en beperkte kijkhoeken. Kun je een (hele) dure LCD-Televisie kopen met een heleboel local-dimming zones, maar dat lost deze storende bijverschijnselen niet op. De bijverschijnselen worden iets minder storend, maar niet in een mate die de hogere prijs kan verantwoorden.
OLED heeft deze storende bijverschijnselen niet, en is daarom in principe de hogere aanschafprijs meer dan waard. Echter: OLED heeft slechts een beperkte maximale helderheid. Dat is niet alleen een issue omdat HDR-content niet natuurgetrouw weergegeven kan worden. Zeker niet. Er is immers niet of nauwelijks HDR-gemasterde content beschikbaar. Het gebrek aan maximale helderheid word storend wanneer het beeld op de TV te donker is om prettig naar te kijken in een omgeving met veel omgevingslicht, zoals een huiskamer bij daglicht.
Om deze storende tekortkoming van OLED te omzeilen kun je de gordijnen dicht doen of het licht in de huiskamer dimmen. De tekortkomingen van LCD zijn op geen enkele manier te omzeilen. Daar moet je het maar mee doen.
Nogmaals: we zien de laatste jaren weinig vooruitgang in de maximale helderheid die een OLED TV-paneel kan produceren. Heeft natuurlijk alles te maken met het witte-subpixel-patent van LG, waardoor LG de enige producent van OLED TV-panelen voor de consumentenmarkt is. Gebrek aan of ontbreken van concurrentie is nu eenmaal niet bevorderlijk voor vooruitgang, en dat zien we duidelijk terug in de evolutie van OLED-panelen.
Samsung gaat nu dus een modelletje brengen met nagenoeg geen schermranden. Een cosmetische aanpassing aan de verpakking (behuizing) waar je mee kunt pronken wanneer hij thuis aan de muur hangt. Maar geen verbetering aan de inhoud.