Valve heeft gereageerd op de beschuldiging van de Europese commissie dat het bedrijf de Europese wetgeving overtreedt met geoblocking binnen de EU. Volgens Valve ging het om 3 procent van de games, zijn de praktijken gestaakt in 2015 en ligt de schuld niet bij hen.
Valve-kopstuk Doug Lombardi stuurde zijn reactie in naar meerdere nieuwsmedia, waaronder Tom's Hardware. De 3 procent aan Steam-games in 2015 komt neer op zo'n 187 titels, is af te leiden van cijfers van SteamSpy. Die hoeveelheid noemt Lombardi 'klein'. Het bedrijf onderstreept dat daar ook geen Valve-games onder vielen.
Het belangrijkste argument dat Valve maakte, is dat het van mening is dat het niet wettelijk aansprakelijk is. Valve biedt een platform aan dat anderen kunnen gebruiken om hun digitale content aan te bieden. Dat de gebruikers van het platform, in dit geval uitgevers en gamekey-verkopers, vervolgens geoblocking binnen de EU toepasten, is niet op het conto van Valve te schrijven, aldus Lombardi.
Ondanks dat het doorverwijst naar de uitgevers en verkopers van Steam-keys, stelt Valve dat het geoblocking alsnog aan banden heeft gelegd in 2015. Dit naar aanleiding van dezelfde 'zorgen van de Europese Commissie'. De enige games die heden nog een regioblokkade hebben, zijn games waarbij dat wettelijk verplicht is, zoals gecensureerde games voor Duitsland en games die een Steam-handelspartner niet in ieder EU-land mag verkopen.
Valve betoogt verder dat het elimineren van regioblokkades arbitrage in de hand werkt, het verschijnsel waarbij partijen op de ene markt goedkope game-keys opkopen en doorverkopen op een markt waar de prijzen hoger liggen. Dit zou als effect hebben dat de prijzen stijgen op markten waar de koopkracht lager ligt.
Als het aan Valve ligt, moet de Europese Commissie dus kijken naar de uitgevers die het eerder al noemde: Bandai Namco, Capcom, Focus Home, Koch Media en Zenimax. De Commissie tekende op vrijdag aan dat geoblocking, ingevoerd door al de bovengenoemde bedrijven en uitgevoerd middels webshops van derden, in strijd is met de Europese interne, digitale markt.
Het onderzoek van de Commissie naar de praktijken loopt nog. De beschuldigde bedrijven hebben nu de gelegenheid om te reageren, waarna de Europese Commissie een definitief oordeel geeft en er wellicht maatregelen volgen. De Commissie kan de partijen een boete opleggen van maximaal tien procent van hun wereldwijde jaaromzet.