Als je echt waarde aan de kwaliteit van het geluid hecht ga je niet voor vinyl.
Er zijn (of in ieder geval waren) fabrikanten van high-end platenspelers die beweerden dat hun spelers beter klonken dan een cd-speler. Die dingen kostten uiteraard wel wat (vanaf €12.000) maar je moest natuurlijk ook goede platen hebben en het meeste dat er destijds op de markt was, was goedkope massaproductie wat op een dergelijk apparaat niet uit de verf kwam.
Feit is in ieder geval dat er een gigantisch verschil (en dus hoorbaar ook) in geluidskwaliteit zat tussen een goedkope en een goede platenspeler. Ik kocht in 1986 mijn eerste stereo-set voor ƒ1600 waarvan de platenspeler een adviesprijs had van ƒ200. Omdat ik dacht dat het handig was om mijn LP's mee te digitaliseren en omdat apperatuur in de loop der jaren steeds beter en goedkoper is geworden kocht ik ergens in de jaren '00 van deze eeuw (bij Aldi) een platenspeler met USB-aansluiting voor, als ik het me goed herinner €80. De USB-platenspeler klonk voor geen meter, niet alleen koud maar iel en schril. De Phillips uit 1986 klonk tegelijkertijd warmer en helderder.
Nu is met inflatie meegerekend het prijsverschil natuurlijk wel gigantisch:
Ik vond op de website van het cbs twee tabellen, één met als index van 100 het prijspijl van 2015 (meest relevant) maar die ging ook niet verder terug dan 2015, de andere met als index 100 het prijspijl van 1900. Die laatste geeft voor 1986 een index van 1 567,5 en voor 2006 (makkelijk omdat het dan 20 jaar is) een index van 2 393,9. De Euro van 2006 is dan evenveel waard als een 1,53 euro van 1986
(prijsdruk als gevolg van de invoering van de Euro zelf is hier uitgefilterd want die mogen we niet weten. Dat vele artikelen een jaar na invoering in prijs waren gestegen op basis van ƒ1->€1 zien we in de statistieken niet terug) en dus met de officiële omrekenkoers van €1=ƒ2.20371 komt die Euro van 2006 dus uit op ƒ0,69 in 1986. Die platenspeler van ƒ200 zou dus in 2006 €90,86 × 2393,9/1567.5 = €138,60 hebben moeten kosten, ofwel 73% meer als de USB-platenspeler. Dat verklaart het verschil in kwaliteit.
Begrijp me niet verkeerd, ik zet ook graag een plaat op, maar met problemen als de distortie die toeneemt aan het einde van de plaat en het feit dat de stylus maar op twee plekken de correcte positie heeft zorgt ervoor dat vinyl niet het ideale medium is.
Theoretisch niet echter in de jaren 80 was de techniek (van analoog opnemen en masteren met pre-emphasis en RIAA equalization tot en met het persen uitermate geperfectioneerd, met als laatste toegevoegde stap de tangentiale arm.
Met de digitale techniek maakte het allemaal niet meer zoveel uit omdat het altijd wel acceptabel klonk waardoor veel opnametechniekers slordig werden en er niet meer de optimale kwaliteit uit haalden. Daarnaast is de muziek-CD slachtoffer geworden van wat heet de
loudness-war waardoor je eigenlijk iedere digitale remaster vanaf 1995 en iedere volledig digitaal opgenomen cd vanaf 1995 moet vermijden. Dat geldt met name bij popmuziek.
https://www.yoursoundmatt...s-cd-in-the-loudness-war/
Daarnaast is de creativiteit en originaliteit in de popmuziek in de loop der jaren geleidelijk afgenomen naarmate de platenmaatschappijen en dus de commercie een grotere vinger in de pap kregen. Dat laatste is in de afgelopen 70 jaar een aantal keer gebeurd, maar steeds weer kwamen er nieuwe bewegingen, muziekstromingen bij, Rockabilly, Rock'n'roll, Skiffle, Beat, Folk, protestsongs, Rock, Hardrock, Ska, Glamrock, Funk, Soul, Rap, Punk, Disco, Reggae, New wave, Hip hop. Dat waren allen stromingen die door de gevestigde platenmaatschappijen op dat moment nog niet gevoerd worden waardoor vernieuwing, creativiteit en originaliteit nog een kans kregen.
Vanaf de jaren 80 echter werd dat geleidelijk minder. De mainstream popmuziek werd steeds meer gedomineerd door de commercie. (we zien dat met name in tv-programma's als Idols, So you wanna be a popstar, X Factor, Popstars, The voice of Holland) die bestaande concepten willen uitmelken omdat dit minder investeringen vergt en minder risicovol is.
Bij de nieuwe stromingen die daarna ontstonden, House, Techno, Drum&base, Gabber, Jungle en Trance, kwam de nadruk steeds meer op gebruik in dansgelegenheden, elektronisch en computergegenereerde muziek waarbij ermee in trance kunnen geraken voorrang had boven emotionele inhoud of artistieke expressie. We zien ook dat dit steeds meer een bepaalde doelgroep betreft waarbij er voor de mainstream muziekluisteraar eigenlijk alleen het commerciëel bedachte overblijft.
Enkele uitzonderingen daargelaten is er dus bij later gemaakte popmuziek steeds minder dat de moeite waard is.
Je kan natuurlijk vinden dat deze imperfecties een charme toevoegen (t.o.v. het 'koude' digitale geluid), en ik ben het daar dan ook deels mee eens, maar paar het geluid zoals de producer/band het bedoelt heeft is het waarschijnlijk niet.
Muziek is emotie. Voor velen roept een bepaald nummer herinneringen op en vooral bij de oudere muziek zit er in ons geheugen hoe het klinken moet net als toen. Dat betekent dat voor de meeste mensen die technische imperfecties, waaronder rumble, wow en flutter, het geknetter van statische ontlading, en soms zelfs de tik van krassen, er bij horen. Dát is iets dat we niet mogen uitvlakken. Om dezelfde reden komen bepaalde nummers komen ook slechts volledig tot hun recht als ze gezongen worden door de (in onze herinnering)* originele zanger.
* veelal is dat niet de echte originele zanger maar een latere cover die veel bekender werd.
Verder is het dus zo dat men zegt dat een buizenversterker warmer klinkt als een transistorversterker. Ook dat is vervorming, imperfectie. Toch vinden gitaristen nog steeds dat buizenversterkers beter klinken, waar een transistor bij oversturing vervormd door het genereren van even boventonen terwijl de buizenversterker de oneven boventonen genereerd. Ook diepte en dynamiek zijn groter, wordt het geluid voller en lijkt het meer te leven. Hier is die imperfectie bewust gekozen door de muzikant.
Verder is het absoluut zo dat de meeste bands anders klinken op studio-opnames als live. @
beerse Juist bij studio-opnames wordt er tot in de detaïls geperfectioneerd en worden er technieken toegepast die live niet mogelijk zijn. Juist daar klinkt het album precies zoals de band/producer het bedoeld heeft, live is dat veel minder al is er daar vaak meer expressie aanwezig en is er invloed van hoe de band het publiek bespeeld en zich daardoor laat motiveren.
Sommige bands klinken op het studio-album bijna clean en neigen live meer richting de hardere rock.
Tot slot, de CD heeft het niet gewonnen van de LP omwille van de betere geluidskwaliteit maar vooral vanwege het gebruiksgemak. De cd-schijfjes zijn makkelijker te hanteren, minder gevoelig voor vuil (maar niet ongevoelig en net zo kwetsbaar voor krassen) en het is eenvoudiger en eenduidiger om een nummer over te slaan of te herhalen. Om dezelfde reden won het cassettebandje het van de bandrecorder en won de MP3 later van de CD: gebruiksgemak
[Reactie gewijzigd door BeosBeing op 22 juli 2024 22:13]