Het Duitse Bundesamt für Sicherheit in der Informationstechnik heeft richtlijnen opgesteld om tot een minimumniveau van veiligheid van routers te komen. De overheidsdienst doet een beroep op fabrikanten om ze over te nemen.
Het Bundesamt für Sicherheit in der Informationstechnik richt zich met het document op fabrikanten van routers en somt een aantal verplichte en optionele beveiligingseisen voor routers op. Het gaat niet om hardwarematige vereisten, maar om instellingen en interfaces die de veiligheid moeten vergroten.
Zo beschrijft het document dat de router bij fabrieksinstellingen de toegang tot een gelimiteerde set van basale diensten moet beperken en via de wanpoort moet het aantal beschikbare diensten na initialisatie ook beperkt zijn. Wat wifi betreft schrijft de richtlijn onder andere voor dat wpa2 ondersteund moet worden, hoewel die standaard niet waterdicht is en wpa3 voor de deur staat.
Ook stelt het document eisen aan de aanwezigheid van standaardwachtwoorden voor de instellingen. Dat wachtwoord moet uniek zijn en niet gebaseerd worden op bijvoorbeeld het mac-adres. Bovendien moet de verbinding naar het instellingenmenu via https verlopen. Daarnaast schrijft de BSI voor dat routerfabrikanten ernstige kwetsbaarheden dichten via al dan niet automatische firmware-updates. Ook moeten ze hun klanten inlichten over de periode waarbinnen ze beveiligingsupdates bieden en het moment waarop ondersteuning voor de router eindigt.
De BSI ziet in de Technical Guideline Routers een belangrijke eerste stap naar de invoering van een IT Security-keurmerk, waaraan consumenten kunnen zien of de router aan de minimale beveiligingsrichtlijnen voldoet. De overheidsdienst belooft vergelijkbare documenten voor internet-of-things- en smarthomeapparaten op te stellen.
In Duitsland gaan al langer stemmen op voor een grotere aansprakelijkheid van fabrikanten, vooral na een incident eind 2016 waarbij 900.000 routers van Deutsche Telekom-klanten in storing raakten na een hack.