Chipbedrijf Ampere maakt zijn eerste eMAG-processors voor servertoepassingen beschikbaar. Het gaat om 64bit-chips met 32 en 16 Armv8-cores, die de concurrentie met Intels Xeon-chips aan moeten gaan.
De eMAG-chips van Ampere moeten het met name van hun relatief lage prijs in combinatie met uitgebreide i/o-mogelijkheden hebben. De processors hebben een kloksnelheid van maximaal 3,3GHz, bevatten acht geheugencontrollers voor ddr4-2667, bieden 32MB L3-cache, ondersteunen tot aan 42 pci-e 3.0-lanes en hebben een tdp van 125W. TSMC maakt de chips op zijn 16nm-procedé. De versie met 32 cores heeft een adviesprijs van 850 dollar, terwijl voor de variant met 16 cores 550 dollar betaald moet worden.
Er zijn nog geen benchmarks met prestaties verschenen, dus niet bekend is met welke Xeon de eMAG-chips precies moeten concurreren. Een nadeel van de modellen is hoe dan ook dat het singlesocketchips zijn. Ampere belooft wel dat er volgend jaar opvolgers verschijnen die wel multi-socket zijn. Daarnaast worden die chips op 7nm in plaats van 16nm geproduceerd, met waarschijnlijk voordelen op het gebied van verbruik.
De ceo van Ampere is voormalig Intel-topvrouw Renee James. Het bedrijf kondigde zijn chipontwerp begin dit jaar aan, waarna bleek dat het ontwerp overeen kwam met dat van de een jaar eerder getoonde X-Gene 3 van Macom, dat in handen kwam van dezelfde investeerder als Ampere.
Arm-chips zijn al langer een belofte om de concurrentie met de Xeons aan te gaan, maar de markt is minder lucratief dan gedacht, waardoor Qualcomm zich bijvoorbeeld genoodzaakt zag zijn plannen voor Arm-serverchips op een laag pitje te zetten.