Recent onderzoek dat op naam staat van Douglas Schmidt, een wetenschapper aan de Amerikaanse Vanderbilt-universiteit, brengt de datacollectie via verschillende platformen van Google in kaart, bijvoorbeeld via een Android-toestel. Google noemt het onderzoek misleidend.
Het onderzoek draagt de naam Google Data Collection. In de bevindingen van het onderzoek wordt bijvoorbeeld ingegaan op dataverzameling aan de hand van het Android-toestel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve gegevens. In die eerste groep vallen gegevens die ontstaan door acties van gebruikers, bijvoorbeeld activiteit op YouTube en zoektermen in Maps of Search. Het onderzoek richt zich voornamelijk op passieve gegevens, die in kaart werden gebracht door het netwerkverkeer van een enkel Android-toestel en een enkele iPhone te vergelijken terwijl ze niet in gebruik waren.
Gedurende een periode van 24 uur deed het Android-toestel ongeveer 900 verzoeken naar Google-servers, waarvan ongeveer 35 procent te maken hadden met de locatie van het apparaat. De iPhone deed 50 keer minder verzoeken naar Google-diensten en 10 keer minder verzoeken naar Apple-diensten gedurende dezelfde periode. In totaal kwam het verkeer tussen het Android-toestel en Google uit op een hoeveelheid van 4,4MB per dag, wat zes keer meer zou zijn dat het verkeer tussen de iPhone en de servers van Google. Het onderzoek noemt in een appendix dat locatieverzoeken verschillende soorten informatie kunnen bevatten, maar specificeert dit niet in de aangehaalde passage.
Verzoeken tijdens 24 uur inactiviteit (links) en verzoeken tijdens een 'typische dag'.
Google heeft tegenover The Washington Post op het onderzoek gereageerd en stelt: "Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van een professionele lobbygroep en geschreven door een Oracle-getuige in de auteursrechtzaak tegen Google. Daarom is het niet verrassend dat het zeer misleidende informatie bevat." De krant merkt op dat het onderzoek werd betaald door Digital Content Next, een lobbygroep voor de uitgeversbranche, die zich vaker kritisch uitlaat over Google.
Het onderzoekt claimt bovendien dat het voor Google mogelijk is om anonieme identifiers, bijvoorbeeld via Google-advertentiedienst DoubleClick, te koppelen aan een Google-account van een gebruiker. Dat zou gebeuren doordat Android-toestellen een periodieke 'check-in' uitvoert waarbij het deze informatie meestuurt. Het zou ook mogelijk zijn om informatie uit een DoubleClick-cookie te koppelen aan een Google-account, ook al maakt iemand gebruik van de incognitomodus van Chrome of een soortgelijke modus in een andere browser. Bezoekt een gebruiker bijvoorbeeld een site die gebruikmaakt van DoubleClick en logt hij vervolgens in op Gmail, worden id's geassocieerd met beide diensten in een verzoek naar DoubleClick gestuurd. Dat zou een probleem opleveren als gebruikers hun cookies niet regelmatig verwijderen.
Toen The Washington Post aan Google vroeg de misleidende onderdelen van het rapport te benoemen, verwees het bedrijf naar de werking van Chrome en de incognitomodus en stelde het dat het geen anonieme activiteit koppelt aan Google-accounts op het moment dat mensen inloggen. In de incognitomodus zou data bovendien verwijderd worden als deze wordt uitgezet. Google claimt verder dat het geen anonieme gegevens uit advertentiecookies aan gebruikersaccounts koppelt.
Een van de manieren waarop Schmidt de datacollectie inzichtelijk maakte is via een Android-toestel, dat gedurende een 'gemiddelde dag' werd gebruikt nadat het was voorzien van een nieuw Google-account en een nieuwe simkaart. Ook werd de Chrome-browser en het advertentie-ecosysteem bekeken. Vervolgens keek de onderzoeker via 'Mijn Activiteit' en de Takeout-functie wat er precies is verzameld. Ook onderzocht hij het netwerkverkeer met behulp van een proxy. Andere informatie over Googles datacollectie kwam uit privacybeleid en eerder onderzoek.
Een verdere conclusie uit het onderzoek is dat een gebruiker van een Android-toestel met Chrome veel gegevens met Google deelt, ook al mijdt hij populaire diensten van het bedrijf. Via een iPhone zou Google geen toegang hebben tot locatiegegevens, maar zou het in staat zijn om ongeveer dezelfde hoeveelheid advertentiedata te verzamelen.