De Belastingdienst moet zo snel mogelijk stoppen met het gebruik van burgerservicenummers in het btw-identificatienummer van zelfstandigen met een eenmanszaak. Het gebruik is in strijd met de AVG, oordeelt de Autoriteit Persoonsgegevens.
De Belastingdienst verwerkt de burgerservicenummers in strijd met de wet, constateert de Autoriteit Persoonsgegevens na onderzoek. Artikel 10 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, kortweg Wabb, biedt geen grondslag voor het gebruik door de Belastingdienst. Bovendien mist een op basis van de AVG vereiste verwerkingsgrond. Ook is de verwerking ten aanzien van de zelfstandigen niet ‘rechtmatig en behoorlijk’ en daarmee in strijd met de AVG.
Als de dienst niet zo snel mogelijk stopt met de verwerking, dreigt de privacywaakhond handhavend op te treden. De AP maakt niet duidelijk wat 'zo snel mogelijk is' en welke maatregelen de autoriteit overweegt. Volgens de Belastingdienst is een omzetting duur en tijdrovend en de AP erkent dit, waardoor het waarschijnlijk nog lang duurt voordat het gebruik stopt. De dienst moet nog met een plan van aanpak komen voor de aanpassing van het bestaande systeem voor het toekennen van btw-nummers aan zelfstandigen.
Zelfstandigen met een eenmanszaak zijn door het gebruik van de Belastingdienst verplicht hun burgerservicenummer kenbaar te maken omdat het een onderdeel vormt van hun btw-identificatienummer. Dat levert volgens de AP tal van risico's op, waaronder voor identiteitsfraude.
Update, 14.25: De Autoriteit Persoonsgegevens denkt aan een termijn tot 1 januari 2019, waarop de overtreding beëindigd moet zijn.