De digitalisering van de Nederlandse rechtspraak zal voor handelsvorderingszaken niet landelijk worden ingevoerd. De Raad voor de Rechtspraak acht het niet verantwoord door een omstreden kwaliteit van de software van het systeem en omdat het systeem niet langer wordt ontwikkeld.
Volgens de Raad voor de Rechtspraak is een landelijke invoering voor handelsvorderingszaken technisch 'misschien wel mogelijk', maar ontbreekt daarvoor het noodzakelijke brede draagvlak. Ook zegt de organisatie dat het geen doelmatige investering is. Frits Bakker, voorzitter van de Raad, zegt dat het 'niet aan de functionaliteit ligt'. 'Handelsvorderingszaken' is de term voor civiele zaken waarbij het draait om vorderingen van meer dan 25.000 euro; kantonzaken vallen daarmee buiten deze categorie.
Voor het digitaal procederen is gekozen voor een 'Oracle-platform', maar dit kan slechts een beperkte tijd worden gebruikt, omdat de leverancier is gestopt met de ontwikkeling. Dat betekent dat de rechtspraak uiteindelijk met een nieuw systeem moet gaan werken. De Raad voor de Rechtspraak zegt dat als digitaal procederen in civiele zaken nu toch landelijk wordt ingevoerd, dit de overgang van rechtszaken naar het nieuwe systeem extra ingewikkeld maakt en veel tijd, geld en energie zou vergen..
Daarnaast meldt de Raad dat een landelijke invoering leidt tot een complexe en tijdrovende manier van werken voor rechtbankmedewerkers. Bovendien is de verwachting dat de beheerkosten relatief hoog zijn en dat het project nog een flinke investering nodig heeft.
De Raad voor de Rechtspraak liet in april al weten de digitaliseringsplannen flink te willen vereenvoudigen, omdat ze te veel tijd en geld kosten. Oorspronkelijk bedroeg het budget 60 miljoen euro, maar de kosten liepen uiteindelijk op tot 220 miljoen euro.
Bij de rechtbank Gelderland en Midden-Nederland, waar vorig jaar voor handelsvorderingszaken een pilot met digitaal procederen is gestart, blijft het wel gewoon verplicht om digitaal te procederen bij dit soort zaken. Daarmee wijkt de gang van zaken bij deze rechtbanken af van die van andere rechtbanken; de Raad zegt deze ongelijkheid zo snel mogelijk te willen opheffen.
In asiel- en bewaringszaken blijven advocaten verplicht digitaal procederen, ook al zal dat op den duur ook stoppen, aangezien hierbij gebruik wordt gemaakt van hetzelfde platform als bij de handelsvorderingszaken. Bij het strafrecht, faillissementszaken en bewindszaken gaat digitaal procederen en communiceren tot nader order wel gewoon door. De maatregelen zouden niet betekenen dat volledig wordt afgezien van digitalisering.