De Electronic Frontier Foundation heeft samen met andere partijen Facebook en Google opgeroepen om een aantal minimumstandaarden te gaan hanteren bij de moderatie van content op hun platforms. Dit moet leiden tot meer transparantie over wat er wel en niet mag.
De minimumstandaarden, waar bedrijven als Facebook en Google zich volgens de organisaties aan moeten houden, moeten ervoor zorgen dat het naleven van de richtlijnen op een eerlijke, transparante en proportionele manier gebeurt, waarbij er respect is voor de rechten van gebruikers.
Het draait om een drietal principes. Allereerst moeten de techbedrijven publiceren hoeveel berichten of accounts ze tijdelijk of permanent hebben verwijderd wegens het overtreden van de eigen richtlijnen. Ten tweede moeten getroffen gebruikers worden geïnformeerd over de redenen voor het verwijderen van hun berichten of accounts. En tot slot vinden de organisaties dat er een onafhankelijk persoon van vlees en bloed moet worden betrokken bij het proces van het verwijderen van content en moeten gebruikers in staat zijn om iets te doen tegen het schrappen van content of accounts.
De coalitie stelt dat deze minimumstandaarden nodig zijn, gelet op bijvoorbeeld de gebeurtenissen bij de gewelddadige protesten in het Amerikaanse Charlottesville. Er werden toen nogal wat berichten en accounts gesloten in een poging haatzaaien te bestrijden, maar daarbij zijn volgens de coalitie vaak ook geheel onschuldige berichten verwijderd.
De organisaties vinden dat de processen die techbedrijven hierbij hanteren, veelal onnodig ondoorzichtig zijn en dat niemand wint als content wordt gecensureerd door geheime algoritmes zonder dat het gepaard gaat met uitleg of transparantie. De Electronic Frontier Foundation en de andere partijen vinden dat Google en Facebook weliswaar stappen in de goede richting hebben gezet, maar dat is volgens hen nog onvoldoende. Het is nog niet duidelijk of techbedrijven als Google en Facebook gevolg geven aan de oproep.
De coalitie die de standaarden heeft geïntroduceerd, bestaat behalve uit de Electronic Frontier Foundation onder meer uit het Center for Democracy & Technology, een groep academici en voorvechters van de vrijheid van meningsuiting.