Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat onderzoeken wat de kosten zijn voor telecombedrijven als ze hun netwerken uren in de lucht moeten houden bij stroomuitval. De overheid wil dat alarmnummer 112 langdurig bereikbaar blijft.
Het ministerie wil met het onderzoek inzicht krijgen in de kosten en baten 'die samenvallen met maatregelen die telecombedrijven redelijkerwijs kunnen nemen om in het zeldzame geval van stroomuitval 112 een aantal uur in de lucht te houden'. Dat liet staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat donderdagmiddag weten bij een algemeen overleg over telecommunicatie. In het onderzoek wordt meegewogen wat de energiesector kan doen om de netwerken in de lucht te houden.
De staatssecretaris erkent dat de energiesector en de telecomsector in toenemende mate van elkaar afhankelijk zijn geworden en dat maatschappelijke ontwrichting dreigt bij stroomuitval. Op basis van artikel 7.7, derde lid van de Telecommunicatiewet zijn aanbieders van mobiele netwerken al verplicht om voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn om de 'ononderbroken toegang tot alarmnummers te waarborgen'.
Tegelijkertijd hebben de telecomaanbieders geen maatregelen genomen om 112 langer in de lucht te houden bij stroomuitval, aangezien ze de kosten voor aanvullende noodstroomvoorzieningen niet vinden opwegen tegen de kleine kans op een grootschalige, langdurige stroomstoring. Dat bleek vorig jaar bij onderzoeken naar de stroomstoring in Amsterdam op 17 januari 2017. Bij die storing bleef 112 overigens bereikbaar, wat tot overbelasting van het alarmnummer leidde. In juni moet het onderzoek naar de kosten voor uitbreiding van de noodstroomvoorziening gereed zijn.
Alarmnummer 112 wordt aanzienlijk vaker gebeld via mobiele netwerken dan via het vaste net. In 2016 kwamen er 488.175 oproepen vanuit vaste netwerken en 2.400.453 oproepen via mobiele netwerken binnen bij 112.