De Centrale Raad van Beroep, in deze zaak de hoogste rechter, heeft bepaald dat de Dienst Uitvoering Onderwijs, oftewel DUO, reisgegevens van studenten mag opvragen om fraude te bestrijden met uitwonende beurzen.
De CRvB schrijft dat het opvragen van de gegevens, in dit geval bij Trans Link, een privacy-inbreuk oplevert, maar dat deze voor het doel van fraudebestrijding niet zo ernstig is dat hij niet door de beugel kan. De inbreuk is beperkt omdat aan de hand van de gegevens 'niet alle gangen van de student worden nagegaan'. Uit de gepubliceerde uitspraak is op te maken dat de DUO in dit geval de gegevens over een periode van achttien maanden had opgevraagd.
De rechter merkt echter ook op dat reisgegevens weinig waarde hebben als zelfstandig bewijs en dat de DUO ook nog ander bewijs zal moeten leveren dat een student daadwerkelijk op een ander adres woonde dan aangegeven. In de uitspraak staat: "Als zelfstandig bewijs zullen, behoudens bijzondere omstandigheden, reisgegevens niet voldoende zijn om aannemelijk te maken of aan te tonen dat een student niet woont op zijn brp-adres. Als aanvullend bewijs zijn reisgegevens bruikbaar, zij het dat de bewijskracht dan – meestal – beperkt is."
In de betreffende zaak was er dan ook niet voldoende bewijs. Studenten mogen niet bij hun ouders wonen als ze een beurs voor uitwonenden ontvangen. Bovendien moeten ze op het adres wonen waar ze staan ingeschreven. Toen bekend werd dat DUO gegevens bij Trans Link opvraagt, maakte de organisatie bekend niet meer van dit middel gebruik te maken zolang de CRvB zich niet over de zaak had uitgesproken.