Het Britse ARM heeft de Cortex A75- en A55-processorkernen voorgesteld. Die moeten de Cortex A73 en A53 opvolgen. Daarnaast komt de chipontwerper met de Mali G72-gpu, die de opvolger is voor de bestaande G71.
De A75 en A55 zijn net als hun voorgangers gebaseerd op de 64bit-ARMv8-architectuur. Daarbij gaat het om ARMv8.2, waar eerdere processorkernen op de ARMv8.0-architectuur zaten. Het verschil is ondersteuning voor DynamIQ, de opvolger van big.Little. Daarmee kunnen clusters bestaan uit verschillende processorkernen, waar bij big.Little dat altijd kernen zijn van dezelfde generatie.
De A55 is de tweede generatie van de zuinige 64bit-processorkern van ARM; de A53 is al drie jaar in gebruik. In die tijd gaf ARM de A57-kern al opvolgers in de vorm van A72 en A73, maar de A53 bleef ongewijzigd.
ARM legt de nadruk op de toegenomen zuinigheid. Op hetzelfde procedé en met dezelfde kloksnelheid is de A55 15 procent zuiniger dan de A53, claimt ARM. De A55-kernen hebben een ingebouwde l2-cache, waar de A53 die nog moet delen. Er zijn opties tot 256kbit, voor mobiele apparaten zal het volgens ARM vaak gaan om 128kbit.
Voor Cortex A75 heeft de processorontwerper zich vooral gericht op prestaties. De winst moet zo'n 20 procent bedragen ten opzichte van de A73. Veel van de opbouw van de processorkern is hetzelfde gebleven.
De G72-gpu verhoogt de prestaties per vierkante millimeter ten opzichte van de G71 met 20 procent, terwijl de zuinigheid bij dezelfde kloksnelheid 25 procent beter moet zijn geworden. De nieuwe gpu heeft 32 shader-cores.
Licentienemers hebben eind vorig jaar de beschikking gekregen over alle info over A75 en A55, en ARM verwacht dat de eerste smartphones met processors op basis van deze generatie begin volgend jaar verschijnen, al zijn sommige fabrikanten als Huawei mogelijk iets sneller.