Het CCB, oftewel het Belgische Centrum voor Cybersecurity, zegt dat het geen internetaanvallen vanuit Rusland waarneemt. Dat zegt het in tegenstelling tot de mededeling van de Nederlandse AIVD, die een toename van hackpogingen uit Rusland claimt te zien.
CCB-directeur Miguel De Bruycker zei donderdag tegen zakenkrant De Tijd dat er drie mogelijke verklaringen zijn voor de constatering. "Er zijn aanvallen vanuit Rusland die wij niet detecteren, de aanvallen op Nederland viseren niet de Belgische diensten of Nederland schaalt de aanvallen anders in dan wij." De laatste actie vanuit Rusland vond in 2014 plaats, toen een omvangrijke hack de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken trof, waardoor deze in quarantaine moest worden geplaatst.
De Nederlandse AIVD waarschuwde vorige week dat er in de afgelopen zes maanden een sterke toename van hackpogingen uit het buitenland is waar te nemen, met name vanuit Rusland. Het zou echter moeilijk zijn voor de inlichtingendienst om dit te bewijzen. Doelwit van de aanvallen zouden onder andere vertrouwelijke overheidsdocumenten zijn. Over het oogmerk van aanvallen op Belgische doelwitten zegt De Bruycker tegen de krant: "Het valt niet uit te sluiten dat we bepaalde pogingen al meteen hebben kunnen tegenhouden en dan zie je niet altijd wat echt de bedoeling was van zo’n mislukte poging."
België ziet wel een stijging van het aantal internetaanvallen, waarbij de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken het voornaamste doelwit is, met vierduizend aanvallen per maand. Wat precies als een aanval wordt gezien, is niet duidelijk. Om aanvallen tegen te gaan zijn de overheidsdiensten voorzien van een anti-ddos-systeem en intrusion detection systems. Daarnaast voert België een risicoanalyse uit op de verkiezingssystemen, aldus De Bruycker.