Techbedrijven Microsoft en Amazon verlenen medewerking aan een rechtszaak van de procureur-generaal van de staat Washington tegen de Amerikaanse immigratiestop uit zeven landen van president Trump. Die rechtszaak moet toetsen of de immigratiestop in strijd is met de grondwet.
Microsoft geeft de procureur-generaal informatie en wil zo nodig getuigen in de zaak, zegt een woordvoerder tegen persbureau Reuters. Amazon heeft een verklaring online gezet waarin het zijn medewerking belooft aan de rechtszaak. Volgens de procureur-generaal van de staat Washington, die de aanklacht heeft ingediend, doet ook reissite Expedia mee.
De techbedrijven verlenen hun medewerking, omdat hun medewerkers last hebben van het decreet van president Donald Trump van de Verenigde Staten. Volgens dat decreet mogen inwoners van zeven landen met een in meerderheid islamitische bevolking de Verenigde Staten niet meer in. Die immigratiestop duurt vier maanden en voorkomt volgens Trump dat terroristen het land in komen.
Veel techbedrijven hebben wereldwijd medewerkers die afkomstig zijn uit een van die zeven landen en door het decreet kunnen zij niet meer naar Amerikaanse vestigingen komen. Bij Amazon gaat het om 49 medewerkers die direct betrokken zijn, waaronder een Britse advocaat van Libische oorsprong die komende maand naar de VS zou komen. De bedrijven vrezen bovendien dat Trump de regels gaat uitbreiden naar meer landen. Daarnaast vinden de bedrijven dat het decreet ingaat tegen de gelijkheid van mensen en de Verenigde Staten nu onterecht onderscheid maakt op basis van religie.
Procureur-generaal Bob Ferguson wil aantonen dat het decreet in strijd is met de grondwet van de Verenigde Staten. Microsoft en Amazon kunnen meedoen met de zaak, omdat die beide bedrijven hun hoofdkantoor in de staat Washington hebben staan. Veel techbedrijven veroordeelden om dezelfde redenen afgelopen dagen al het decreet. Trump zou bovendien binnenkort met een nieuw decreet komen dat techbedrijven kan treffen. Volgens dat nog niet bevestigde bevel moeten Amerikaanse bedrijven proberen om een vacature eerst in te vullen met een Amerikaanse werknemer voordat ze iemand uit een ander land mogen aannemen.