De Technische Universiteit in Eindhoven is erin geslaagd om een draadloze temperatuursensor te ontwikkelen waarvan de accu nooit opgeladen hoeft te worden. Dat komt doordat het piepkleine apparaatje zijn energie uit draadloze signalen kan halen.
Volgens de wetenschappers krijgt de chip de energie van het draadloze netwerk waar hij mee is verbonden, al is daar wel een speciale router voor nodig. Deze moet namelijk speciale radiogolven versturen die de temperatuursensor gebruikt voor de energievoorziening. De signalen worden gericht verstuurd waardoor er voor de transmissie weinig elektriciteit nodig is, aldus de makers.
De chip zelf is ongeveer 2 vierkante millimeter groot en weegt 1,6 milligram. Dat maakt hem de kleinste temperatuursensor ter wereld en ongeveer even zwaar als een korrel zand, zo stellen de wetenschappers van de TU/e. Temperatuurmetingen worden uitgelezen door de radiogolven die de sensor terugstuurt naar de router; afhankelijk van de temperatuur wijken de signalen iets af in frequentie, waardoor de temperatuur kan worden afgeleid.
Omdat de temperatuursensor verwerkt kan worden in beton en ook werkt als hij is bedekt door een laagje verf zijn er allerlei toepassingen denkbaar in grote gebouwen. Het verwerken van de sensors door het hele gebouw kan bijvoorbeeld worden gedaan door ze met een laagje latex op de muur te plakken, zo legt de TU/e uit. Daardoor zijn bouwers weinig extra tijd kwijt met het aanbrengen van de chips. Verder zouden de kosten niet hoog op hoeven lopen: bij massaproductie bedragen de kosten per chip ongeveer 20 cent, aldus de onderzoekers.
Een nadeel van de temperatuursensor is dat hij slechts een bereik van 2,5 centimeter heeft. De makers hebben echter goede hoop dat dit over een jaar zal zijn opgerekt naar een meter. Daarna willen zij een versie maken die een bereik heeft van vijf meter.