De data van gebruikers van Google-applicaties kan in sommige omstandigheden de veel duurdere sensoren in de weg vervangen om verkeersdrukte te meten. Dat claimt onderzoeksinstituut TNO, die de data van Google vergeleek met die van wegsensoren.
De data van Google wijkt ongeveer 5 tot 10 procent af van die van sensoren in de weg, zegt TNO. Dat is in veel omstandigheden een acceptabele marge volgens het onderzoeksinstituut. Het onderzoek naar de Google-data is onderdeel van een analyse van alternatieve bronnen van data voor het meten van drukte op de weg.
De Google-data is sowieso inzetbaar op wegen waar geen sensoren zitten om de verkeersdrukte te meten. Wegbeheerders zouden die data kunnen gebruiken om bijvoorbeeld eerder op de weg andere automobilisten aan te raden een andere route te kiezen. TNO schat de mogelijke besparingen door het gebruik van data van Google op miljoenen euro's per jaar.
Google stelt de data kosteloos beschikbaar voor dit soort zaken en zegt volgens de krant NRC dat het zo blijft. Het dagblad wijst er wel op dat er een risico ontstaat als de overheid zichzelf afhankelijk maakt van de data van Google, omdat het zoekbedrijf dan ineens kan vragen om geld of het ter beschikking stellen van andere data in ruil voor de verkeersdata.
De data haalt Google van alle smartphones met zijn apps erop. Wie de toestellen instelt of de apps installeert, krijgt de vraag om akkoord te gaan met de voorwaarden, waarin staat dat Google geanonimiseerde locatiedata wil vergaren. Dat gebruikt het onder meer voor het berekenen van vertragingen op routes in Google Maps.