Een groep wetenschappers heeft een manier gevonden om ziektes te detecteren door gebruik te maken van een goudstructuur op nanoschaal. De poriën in het goud werken als een soort zeef voor de detectie van ziekteverwekkende micro-organismen.
Het materiaal is ontwikkeld door wetenschappers van de universiteit van Californië in Davis. Zij beschrijven een nanostructuur die is gebouwd op basis van goudatomen waarmee uit bijvoorbeeld bloedmonsters kan worden gedetecteerd of er ziekteverwekkers in aanwezig zijn. De structuur van de goudatomen, die door de wetenschappers wordt omschreven als een soort spons, bevat namelijk kleine poriën, met een diameter die duizend keer kleiner is dan die van een menselijke haar. Daardoor kan biologisch materiaal als het ware worden 'gezeefd'.
Specifiek willen de wetenschappers met hun nanomateriaal dna en ander genetisch materiaal kunnen detecteren. De poriën zijn namelijk te klein om bijvoorbeeld eiwitten door te laten, maar de strengvormige dna-moleculen kunnen de barrière wel passeren. Daardoor is geen dure laboratoriumapparatuur meer nodig om bloedmonsters 'op te schonen'. Uiteraard blijft er wel apparatuur nodig om te detecteren wat er precies aan genetisch materiaal in het monster zit. Daardoor moet de goudstructuur worden gecombineerd met andere sensoren voor de detectie van specifieke ziekteverwekkers.
De wetenschappers hopen hun technologie in te kunnen zetten in mobiele apparaatjes voor de detectie van ziektes. Dat kan bijvoorbeeld bij patiënten, maar ook in de land- en tuinbouw. Met een dergelijk apparaatje zou bijvoorbeeld snel gedetecteerd kunnen worden of een plant besmet is met pathogenen. Onduidelijk is wanneer de wetenschappers denken hun technologie in de praktijk te kunnen inzetten.